L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)

Het bijvoeglijk naamwoord
Doel: je kunt het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif) actief gebruiken in het Frans
Je weet de wat de plaats is van het bijv nw en je kent de vormen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het bijvoeglijk naamwoord
Doel: je kunt het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif) actief gebruiken in het Frans
Je weet de wat de plaats is van het bijv nw en je kent de vormen

Slide 1 - Slide

Regels
-Je gebruikt je eigen naam (één emoji mag)
-Geen antwoorden door de klas roepen
-Niet overdreven juichen als je het goed hebt
-Je luistert als de docent tussendoor uitleg of toelichting geef
-Geen rare antwoorden (scheldwoorden of pesten)
(als je het niet weet typ je een vraagteken)

Slide 2 - Slide

Wat was de beste zin van vorige week?
La maison est verte, bleue et jaune.
Il porte un pantalon rouge.
Je vois un grand-père qui lit un grand livre blanche.
La princesse est toute petite.
La ballerina danse avec beaucoup d’émotion.
La fille porte une belle robe blanche.
Il y a un grand extraterrestre d’une autre planète.

Slide 3 - Poll

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 4 - Quiz

Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse

Slide 5 - Quiz

1. De vorm van het bijv.nw
In het Frans past het bij nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord, er zijn dus 4 vormen; 
mnl enkv, vrl enkv, mnl mv, vrl mv

Slide 6 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 
De standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud:                                     grand
Vrouwelijk enkelvoud:    + e                               grande
Mannelijk meervoud:      + s                               grands
Vrouwelijk meervoud:  + es                             grandes

Slide 7 - Slide

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)

Slide 11 - Open question

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 12 - Open question

Sommige bijvoeglijk naamwoorden hebben een onregelmatige vorm. Kijk 3 minuten naar deze slide en probeer de vormen uit je hoofd te leren





jalouses
créatif
créative
créatifs
créatives


timer
3:00

Slide 13 - Slide

Vul de juiste vorm in:
Laura est _________________ (créatif)

Slide 14 - Open question

Vul de juiste vorm in:
La fille _____________ (gentil)

Slide 15 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Les mères _________________ (jaloux)

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vorm in:
la phrase ....
A
fou
B
folle
C
fous
D
folles

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Ma _________________ copine
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 18 - Quiz

Vertaal:
J'ai deux (mooie) _________ sœurs.

Slide 19 - Open question

Geef de goede vorm
Le prof porte un pantalon (blanc) _______

Slide 20 - Open question

Geef de goede vorm
J'ai une très (bon) note

Slide 21 - Open question

Geef de goede vorm
Il y a beaucoup de (beau) villages (m) en France

Slide 22 - Open question

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord
2. Plaats van het bijvoeglijk naamwoord;

Slide 23 - Slide

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. 
Behalve het rijtje hieronder. Die moet je uit je hoofd leren. Alleen deze staan dus VOOR het zelfstandig naamwoord:

Bon 
Beau 
Grand
Petit
Nouveau 

Slide 24 - Slide

Geef de hele zin met de goede vorm op de goede plek.
(grand) une .... ville ......

Slide 25 - Open question

(nouveau)
un..... jean......

Slide 26 - Open question

(beau)une....actrice.......

Slide 27 - Open question

Menu au choix
-Leer de onregelmatige vormen:  
2h3/2t1 Passé composé + adjectif (classroom)
of
-Oefen met zinnen maken: VTD faire des phrases avec adjectifs (classroom)
of
-Maak de extra moeilijke opdracht: passé composé + adjectif (classroom)

Slide 28 - Slide