2EF: probleemoplossende discussie

Probleemoplossende discussie
2EF
Probleemoplossende discussie


       2EF

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Probleemoplossende discussie
2EF
Probleemoplossende discussie


       2EF

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een probleemoplossende discussie is;

...oplossingen bedenken voor een probleem;

...een probleemoplossende discussie voeren.

Slide 2 - Slide

Een discussie is...
A
een vraaggesprek.
B
een gesprek tussen twee of meer mensen.
C
een gesprek tussen twee of meer partijen.
D
een gesprek.

Slide 3 - Quiz

In een discussie mag je alleen maar feiten noemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een subjectief argument is een mening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

"Pff, ik weet echt niet wat jouw probleem is, hoor!"
"Jij hebt alleen maar domme ideeën! Dit zijn toch geen oplossingen?"
"Joehoe, wanneer luistert er eindelijk eens iemand naar mij?"

Slide 6 - Slide

Noem twee kenmerken van een goede discussie.

Slide 7 - Mind map

uitleg 
Zo voer je een probleemoplossende discussie
  • Leg jouw oplossing voor het probleem duidelijk uit. Noem niet alleen de voordelen, maar ook de nadelen als die er zijn. 
  • Spreek rustig en duidelijk. 
  • Luister goed naar de andere deelnemers en ga serieus op hun woorden in. 
  • Neem het woord met een zinnetje als "Daar wil ik graag op reageren" of "Mag ik daar wat over zeggen?"
  • Bespreek de voor- en nadelen van elkaars oplossing. Bedenk ook wat je kunt doen aan eventuele nadelen van die oplossing en probeer samen tot de beste oplossing te komen. 

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Werk in viertallen. Jullie gaan discussiëren over een probleem. 

Voor een geschiedeniswerkstuk willen jullie iemand interviewen. Deze persoon kan echter alleen op momenten dat jullie les hebben en jullie kunnen hiervoor niet zomaar vrij krijgen. 


Slide 9 - Slide

Stap 1
1. Bedenk eerst ieder voor zich wat een goede oplossing zou zijn. 

2. Noteer minstens drie redenen waarom jouw oplossing het probleem oplost. 

3. Noteer twee nadelen van jouw oplossing 

Dit doe je voor jezelf, in stilte!




timer
5:00

Slide 10 - Slide

Stap 2
Voer de discussie: bespreek jullie oplossingen om de beurt. Let erop dat je de oplossingen echt een voor een bespreekt! 




timer
7:00

Slide 11 - Slide

Stap 3
Wat is de beste oplossing voor dit probleem en waarom?

Deel de uitkomst van jullie gesprek met de klas (per groep)




Slide 12 - Slide

uitleg 
Wat ging al goed? Wat kan nog beter?
  • Leg jouw oplossing voor het probleem duidelijk uit. Noem niet alleen de voordelen, maar ook de nadelen als die er zijn. 
  • Spreek rustig en duidelijk. 
  • Luister goed naar de andere deelnemers en ga serieus op hun woorden in. 
  • Neem het woord met een zinnetje als "Daar wil ik graag op reageren" of "Mag ik daar wat over zeggen?"
  • Bespreek de voor- en nadelen van elkaars oplossing. Bedenk ook wat je kunt doen aan eventuele nadelen van die oplossing en probeer samen tot de beste oplossing te komen. 

Slide 13 - Slide

Wat ging al goed? Wat kan nog beter?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide