Thema 7 week 3 les 14

Thema 7 week 3
Herhaling van de afgelopen weken
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 7 week 3
Herhaling van de afgelopen weken

Slide 1 - Slide

We starten eerst met een quiz over de themawoorden


Hebben jullie al goed geoefend?

Slide 2 - Slide

Welk woord zoek ik: "scheldwoorden roepen, uitschelden"
A
toejuichen
B
uitjouwen
C
catastrofe
D
kombuis

Slide 3 - Quiz

Welk woord zoek ik: "Iets wat je meemaakt"
A
belevenis
B
de sleep
C
hozen
D
kombuis

Slide 4 - Quiz

Welk woord zoek ik: "degene die de teksten van een krant, boek of tijdschrift nakijkt en verbetert"
A
redacteur
B
vormgever
C
drukker
D
journalist

Slide 5 - Quiz

Welk woord zoek ik: "degene die ervoor zorgt dat beeld en tekst van een krant, boek of tijdschrift op papier afgedrukt worden.
A
redacteur
B
vormgever
C
drukker
D
journalist

Slide 6 - Quiz

Welk woord zoek ik: "een vrouw van adel"
A
verbruien
B
catastrofe
C
toejuichen
D
freule

Slide 7 - Quiz

Welk woord zoek ik: "Wat je verzint om je uit een vervelende situatie te redden"
A
vermelden
B
verstekeling
C
smoes
D
boren

Slide 8 - Quiz

Welk woord zoek ik: "Uit een groot aantal dingen een kleiner aantal kiezen"
A
vermelden
B
selecteren
C
sleep
D
vlot

Slide 9 - Quiz

Welk woord zoek ik: "De keuken van een schip"
A
kombuis
B
ruim
C
sleep
D
vlot

Slide 10 - Quiz

Welk woord zoek ik: "Een groot ongeluk met een schip"
A
kombuis
B
ruim
C
sleep
D
scheepsramp

Slide 11 - Quiz

Welk woord zoek ik: "Iemand die een scheepsramp heeft meegemaakt"
A
de schipbreukeling
B
de verstekeling

Slide 12 - Quiz

Einde quiz


We gaan nu kijken wat we nog weten van de onderwerpen van taal verkennen.

Slide 13 - Slide


Thema 7 week 1 les 2

Slide 14 - Slide

Schrijf de stam van de persoonsvorm op met de uitgang erachter:
"De dief verwachtte de politie niet."

Slide 15 - Open question

Schrijf de stam van de persoonsvorm op met de uitgang erachter:
"De klas speelde goed samen tijdens voetbal."

Slide 16 - Open question

Schrijf de stam van de persoonsvorm op met de uitgang erachter:
"Ze maakten opnieuw een afspraak."

Slide 17 - Open question

Wanneer krijg je dd of tt bij een persoonsvorm?
A
Als de stam eindigt op d of t
B
Bij tegenwoordige tijd
C
Bij de verleden tijd
D
Als de stam niet eindigt op een d of t

Slide 18 - Quiz


Thema 7 week 1 les 4

Slide 19 - Slide

Maak van het volgende werkwoord een zelfstandig naamwoord "selecteren" :
Mijn .......................... bestaat uit comedy films en waargebeurde films.

Slide 20 - Open question

Maak van het volgende werkwoord een zelfstandig naamwoord "kiezen" :
De .......................... is gevallen op jou.

Slide 21 - Open question


Thema 7 week 1 les 7

Slide 22 - Slide

Welke persoonlijke voornaamwoorden kun je vinden in de volgende zin:
'Zij zegt iets heel liefs tegen mij.'

Slide 23 - Open question

Welke persoonlijke voornaamwoorden kun je vinden in de volgende zin:
"Het was erg moeilijk."

Slide 24 - Open question

Welke persoonlijke voornaamwoorden kun je vinden in de volgende zin:
"Hij helpt haar met al het huiswerk."

Slide 25 - Open question


Thema 7 week 1 les 9

Slide 26 - Slide

Verdeel het woord juist in lettergrepen:
takken
A
ta -kken
B
tak -ken
C
t -akken
D
takke - n

Slide 27 - Quiz

Verdeel het woord juist in lettergrepen:
tekent
A
te -kent
B
tek - ent

Slide 28 - Quiz

Verdeel het woord juist in lettergrepen:
ontroerend
A
ont-roerend
B
ont-roere-nd
C
Ont-roe-rend
D
Ont -roer -end

Slide 29 - Quiz

Verdeel het woord juist in lettergrepen:
poging
A
po - ging
B
pog-ing

Slide 30 - Quiz