Welk woord zoek ik: "degene die de teksten van een krant, boek of tijdschrift nakijkt en verbetert"
A
redacteur
B
vormgever
C
drukker
D
journalist
Slide 5 - Quiz
Welk woord zoek ik: "degene die ervoor zorgt dat beeld en tekst van een krant, boek of tijdschrift op papier afgedrukt worden.
A
redacteur
B
vormgever
C
drukker
D
journalist
Slide 6 - Quiz
Welk woord zoek ik: "een vrouw van adel"
A
verbruien
B
catastrofe
C
toejuichen
D
freule
Slide 7 - Quiz
Welk woord zoek ik: "Wat je verzint om je uit een vervelende situatie te redden"
A
vermelden
B
verstekeling
C
smoes
D
boren
Slide 8 - Quiz
Welk woord zoek ik: "Uit een groot aantal dingen een kleiner aantal kiezen"
A
vermelden
B
selecteren
C
sleep
D
vlot
Slide 9 - Quiz
Welk woord zoek ik: "De keuken van een schip"
A
kombuis
B
ruim
C
sleep
D
vlot
Slide 10 - Quiz
Welk woord zoek ik: "Een groot ongeluk met een schip"
A
kombuis
B
ruim
C
sleep
D
scheepsramp
Slide 11 - Quiz
Welk woord zoek ik: "Iemand die een scheepsramp heeft meegemaakt"
A
de schipbreukeling
B
de verstekeling
Slide 12 - Quiz
Einde quiz
We gaan nu kijken wat we nog weten van de onderwerpen van taal verkennen.
Slide 13 - Slide
Thema 7 week 1 les 2
Slide 14 - Slide
Schrijf de stam van de persoonsvorm op met de uitgang erachter: "De dief verwachtte de politie niet."
Slide 15 - Open question
Schrijf de stam van de persoonsvorm op met de uitgang erachter: "De klas speelde goed samen tijdens voetbal."
Slide 16 - Open question
Schrijf de stam van de persoonsvorm op met de uitgang erachter: "Ze maakten opnieuw een afspraak."
Slide 17 - Open question
Wanneer krijg je dd of tt bij een persoonsvorm?
A
Als de stam eindigt op d of t
B
Bij tegenwoordige tijd
C
Bij de verleden tijd
D
Als de stam niet eindigt op een d of t
Slide 18 - Quiz
Thema 7 week 1 les 4
Slide 19 - Slide
Maak van het volgende werkwoord een zelfstandig naamwoord "selecteren" : Mijn .......................... bestaat uit comedy films en waargebeurde films.
Slide 20 - Open question
Maak van het volgende werkwoord een zelfstandig naamwoord "kiezen" : De .......................... is gevallen op jou.
Slide 21 - Open question
Thema 7 week 1 les 7
Slide 22 - Slide
Welke persoonlijke voornaamwoorden kun je vinden in de volgende zin: 'Zij zegt iets heel liefs tegen mij.'
Slide 23 - Open question
Welke persoonlijke voornaamwoorden kun je vinden in de volgende zin: "Het was erg moeilijk."
Slide 24 - Open question
Welke persoonlijke voornaamwoorden kun je vinden in de volgende zin: "Hij helpt haar met al het huiswerk."
Slide 25 - Open question
Thema 7 week 1 les 9
Slide 26 - Slide
Verdeel het woord juist in lettergrepen: takken
A
ta -kken
B
tak -ken
C
t -akken
D
takke - n
Slide 27 - Quiz
Verdeel het woord juist in lettergrepen: tekent
A
te -kent
B
tek - ent
Slide 28 - Quiz
Verdeel het woord juist in lettergrepen: ontroerend