2BB2

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Let op je plek in de klas

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Afspraken
  • Vaste plek volgens plattegrond.
  • Mobiel in de bak.
  • Werkboek en pen mee.
  • Niet eten of drinken in de klas.
  • Niet gooien met dingen.
  • We maken geen dingen kapot.
  • Laptop kan in de tas.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Afspraken

  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Programma van de les 19 mei

Programma:
  • Aanwezigheid
  • Tekst en Publiek
  • Aan de slag 
  • Afsluiting

Lesdoel:

Ik weet voor welk publiek een tekst is bedoeld

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 6 bladzijde 202

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
  • Ik weet voor welk publiek een tekst is bedoeld.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tekst en publiek blz 202
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek
Bijvoorbeeld: jongeren, voetbalfans, gamers, volwassenen. 

Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.
  1. Onderwerp
  2. Taalgebruik
  3. Lay-out
  4. Bron

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tekst en publiek blz 202
  • het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.

  • het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tekst en publiek
  • de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
  • de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tekst en publiek
Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan: 
- onderwerp
- bron 
- taalgebruik
- lay-out

Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Wat ga je doen?
opdracht 1 t/m 5 op blz. 202-209

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


Aan de slag!




H6: lezen
Maak opdracht 1,2 en 3.
bladzijde 202, 203, 204, 205.
H6 Lezen: Over tekst en publiek

We werken de eerste 10 minuten in stilte.

Klaar? Verder met opdracht 4,5 en 6




timer
10:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bedankt allemaal
Bedankt allemaal!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Schrijven voor publiek
Welkom!             Nederlands 2BB2

Slide 17 - Slide

Bron: foto 1 www.flickr.com ; Matthijs Quaijtaal
Programma van de les 19 mei

Programma:
  • Aanwezigheid
  • Tekst en Publiek afronden
  • Schrijven
  • Aan de slag 
  • Afsluiting

Lesdoel:

Ik weet voor welk publiek een tekst is bedoeld.
Ik kan een tekst aanpassen voor een publiek.



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze les

  • Je weet welk tekstsoort voor welk publiek bedoeld is
  • Je kunt je woordgebruik en lay-out aanpassen aan je publiek bij het schrijven van een tekst.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Schrijfdoel
Wanneer je een tekst schrijft moet je altijd nadenken waarom je de tekst schrijft.

Schrijf je om gewoon een leuk verhaal te vertellen? Schrijf je om informatie te krijgen? Schrijf je om iemand over te halen?

De reden waarom je iets schrijft, noem je je tekstdoel. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen
De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekstdoel.
Het tekstdoel geeft aan wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

Bron: www.flicker.com ; Tom Simpson

De Donald Duck, een stripboek.

Slide 23 - Slide

Bron: www.flicker.com ; Marco Raaphorst

Verschillende dagbladen / kranten.

Slide 24 - Slide

Bron: McDonalds

Reclameposter voor McDonalds.

Slide 25 - Slide

Bron: www.havot.nl via Google

Verschillende schoolboeken
Schrijven in stappen
1. Wie is mijn publiek?
2. Pas taalgebruik aan
3. Pas lay-out aan

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Publiek
Als je een tekst schrijft, moet je er rekening mee houden voor wie je schrijft; dit is je publiek. Je past je toon, woordkeuze en lay-out aan je publiek aan.


Maak nu de opdrachten in                               bij Schrijven H6. Lees voordat je begint het theoriestukje Schrijven voor publiek.


Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Aan de slag!




H6: lezen
Maak opdracht 1,2 en 3.
bladzijde 210, 211 en 212
H6 Schrijven

We werken de eerste 10 minuten in stilte.

Klaar? Verder met opdracht 4 blz 212 en 213





timer
10:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Tot de volgende les!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions