Bijwoord

Woordsoorten en zinsdelen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordsoorten en zinsdelen

Slide 1 - Slide

Geef een voorbeeld van een woordsoort:

Slide 2 - Open question

Geef een voorbeeld van een zinsdeel:

Slide 3 - Open question

Het doel van de les
Je leert wat een bijwoord is

Slide 4 - Slide

Dit moet je weten
Een bijwoord zegt iets over het werkwoord in de zin. 

Mattis roept hard naar zijn dochter.
Het verhaal loopt goed af.

Slide 5 - Slide

Ik vond het boek geweldig.

Slide 6 - Open question

De schrijver heeft het mooie verhaal over Ronja spannend verteld.

Slide 7 - Open question

Goed gedaan, beste mevrouw Lindgren!

Slide 8 - Open question

Die zure melk smaakt vies.

Slide 9 - Open question

Hij splijt het hout langzaam.

Slide 10 - Open question

In een museum moet je zachtjes praten.

Slide 11 - Open question

Ze leest snel het spannende boek uit.

Slide 12 - Open question

Zij ziet er in haar rode jurk leuk uit.

Slide 13 - Open question

Jij hebt in de taalles hard gewerkt.

Slide 14 - Open question

We wandelen langzaam door smalle straatjes.
A
wandelen
B
smalle
C
langzaam
D
straatjes

Slide 15 - Quiz

Papa geniet erg van de oude gebouwen.
A
papa
B
erg
C
geniet
D
oude

Slide 16 - Quiz

Met zijn korte broek en zonnebril is hij zomers gekleed.
A
korte
B
gekleed
C
broek
D
zomers

Slide 17 - Quiz

We gaan heerlijk uitrusten op een klein terrasje.
A
heerlijk
B
uitrusten
C
klein
D
terrasje

Slide 18 - Quiz

Mama neemt voorzichtig een slokje van haar wijn.
A
voorzichtig
B
slokje
C
neemt
D
haar

Slide 19 - Quiz

'Smaakt het ijs lekker' vraagt de vriendelijke ober aan mij.
A
smaakt
B
lekker
C
vriendelijke
D
ober

Slide 20 - Quiz

Schrijf een bijwoord op.
Ik vond deze les ..... om te doen.

Slide 21 - Open question