6 Trouw aan de heer

Paragraaf 6 Trouw aan de heer

Lesdoel= Hoe bestuurden de Frankische koningen hun rijk?
Maar eerst even een herhaling.....
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 6 Trouw aan de heer

Lesdoel= Hoe bestuurden de Frankische koningen hun rijk?
Maar eerst even een herhaling.....

Slide 1 - Slide

De kloosterlingen behoren tot de
A
bisschoppen
B
horigen
C
abt
D
geestelijken

Slide 2 - Quiz

Een horige behoorde tot de ....
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand
D
ridder

Slide 3 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 4 - Quiz

Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 6 - Quiz

Wat is niet een van de vijf zuilen van de islam?
A
1 keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de moskee gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
5 keer per dag bidden

Slide 7 - Quiz

Wat is niet een van de vijf zuilen van de islam?
A
Meedoen aan de Ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 8 - Quiz

Wat is het heilige boek van de moslims?
A
Het oude testament
B
De Koran
C
De islam
D
De Cordoba

Slide 9 - Quiz

Mohammed vertrok naar de stad Medina in het jaar
A
622
B
623
C
620
D
630

Slide 10 - Quiz

Volgens de Islamitische jaartelling is het nu
A
1398
B
1441
C
622
D
2020

Slide 11 - Quiz

laatste vraag= Vanuit Medina veroveren de moslims grote delen van
A
Oost-Europa, Noord-Afrika en Italië
B
Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje
C
Midden-Oosten, Zuid-Afrika en Italië
D
Turkije, Noord-Afrika en Frankrijk

Slide 12 - Quiz

Paragraaf 6 Trouw aan de heer

Lesdoel= Hoe bestuurden de Frankische koningen hun rijk?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Map

Slide 15 - Slide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video


Het leenstelsel

  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van leenheer: mannen die met hem meevochten

  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.

Slide 19 - Slide

Bestuur
  • Leenstelsel
  • Geen geld voor soldaten, dus:
  • In plaats van geld, land lenen aan legeraanvoerders
  • Zij krijgen: land + opbrengst land
  • Koning krijgt: trouw (eed) + soldaten
  • Leenmannen werden de adel
  • Bv. ridders, graven, hertog

Slide 20 - Slide

Aan het werk....
  • Lees par 6 (blz. 66 en 68)
  • Maak 1 t/m 10 (blz. 48 en 49)
  • je mag muziek luisteren
timer
10:00

Slide 21 - Slide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 22 - Slide