2BK - Cursus Spelling - Meervouden op -en en -s

Leg je materiaal klaar op tafel (leesboek, lesboek en schrift)
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§5 Meervouden op -s en -en
Voordat we beginnen:
WELKOM 2BK
timer
10:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leg je materiaal klaar op tafel (leesboek, lesboek en schrift)
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§5 Meervouden op -s en -en
Voordat we beginnen:
WELKOM 2BK
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 1 - Meer dan lezen
1. Herhalingsvideo:
bijvoeglijk naamwoord
2. Opdrachten maken/nakijken
3. Lesdoelen
4. Meervouden op -s en -en: uitleg
5. Samen oefenen
6. Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsvideo
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

- Opdracht 1 t/m 7 (blz. 224-225)
Huiswerk maken/nakijken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  • Je leert meervouden spellen;
  • Je leert wanneer je meervouden met -s en -en moet spellen;
  • Je hebt 10 minuten in stilte gewerkt.
Lesdoelen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoud en meervoud

Zelfstandige naamwoorden kunnen in het

enkelvoud en in het meervoud staan


enkelvoud = één stoel en één bank

meervoud = twee stoelen en twee banken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Meervoud

Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en


lamp - lampen

mes - messen

weg - wegen

kaas - kazen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1. Meervoud op -en
Vaak hoef je alleen maar -en achter het woord te zetten

lamp + en = lampen

boer + en = boeren

dans + en = dansen

lot + en = loten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2. Meervoud op -en

Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen,

want je hoort een korte klank

klas + s + en = klassen

bak + k + en = bakken

bed + d + en = bedden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

4. Meervoud op -en

Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v

raaf + f/v + en = raven

brief + f/v + en = brieven

golf + f/v + en = golven

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

5. Meervoud op -en

Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z

baas + s/z + en = bazen

huis + s/z + en = huizen

mees + s/z + en = mezen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
'olifant'?
A
olifantjes
B
olifantje
C
olifanten
D
olifantten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
'kaas'?
A
kaazen
B
kazen
C
kaasen
D
kasen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
'koekenpan'?
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
'mees'?
A
meesen
B
mezen
C
meezen
D
mesen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van
'kip'?
A
kippen
B
kipen
C
kipjes
D
kippetjes

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'voetbal'

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'wedstrijd'

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Zet het volgende zelfstandige naamwoord in het meervoud:
'poes'

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Meervoud op -s
1. Als de laatste lettergreep geen
klemtoon heeft, is het meervoud op -s.
Bijvoorbeeld: vó-gel - vogels, bé-zem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op 
een klinker, krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: café - cafés, bureau - bureau

Slide 21 - Slide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op!
Meestal moet de -s aan het woord vast. Gebruik 's als je het woord verkeerd uitspreekt.

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 22 - Slide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Wat is de meervoudsvorm
van het woord toffee?

Slide 23 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord meisje?

Slide 24 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord tafel?

Slide 25 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep. 
Wat is de meervoudsvorm
van het woord kiwi?

Slide 26 - Open question

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'i'.
Zelfstandig werken
Wat:
Basis: opdracht 1 tot en met 4 (blz. 226-227)
Kader: opdracht 1 tot en met 5 (blz. 234-235)
Hoe:
Zelfstandig. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
De 4 B's (poster whiteboard) + de theorie
Tijd:
Tot de laatste vijf minuten van deze les.
Klaar:
Kiezen uit:
- Vat de paragrafen die we tot nu toe hebben gehad samen;
- Oefenen in de online trainer
- Lees alvast §7 door
ZELFSTANDIG WERKEN

Slide 27 - Slide

This item has no instructions