E&O Logisitek MRN 4KB examentrianing

Soorten voorraad
Administratieve voorraad
Technische voorraad
Economische voorraad
Gemiddelde voorraad
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Soorten voorraad
Administratieve voorraad
Technische voorraad
Economische voorraad
Gemiddelde voorraad

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Wat gebeurt hier?
A
Zelfscannen
B
Orderpicken
C
Derving controleren
D
Inventariseren

Slide 3 - Quiz


Hoe noem je dit transportmiddel of hulpmiddel?
A
Rolwagen
B
Heftruck
C
Steekwagen
D
Palletwagen

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je de werkelijke voorraad, wat nú in het magazijn zit, ook wel?
A
Beginvoorraad
B
Economische voorraad
C
Administratieve vooraad
D
Technische voorraad

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je het verschil tussen de beginvoorraad en eindvoorraad?
A
Derving
B
Voorraadmutaties
C
Verkopen
D
Voorraadwaardering

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je dit hulpmiddel?
A
Steekwagen
B
Tafelwagen
C
Magazijnwagen
D
Rolcontainer

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je dit hulpmiddel?
A
Steekwagen
B
Tafelwagen
C
Magazijnwagen
D
Rolcontainer

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je een negatief verschil tussen de werkelijke voorraad en de administratieve voorraad?
A
Derving
B
Saldo
C
Verlies
D
Criminele derving

Slide 9 - Quiz


Hoe noem je de controle van de voorraad?
A
Balansen
B
Orderpicken
C
Inventariseren
D
Mutaties verwerken

Slide 10 - Quiz


Welke afkorting heeft te maken met hygiëne bij het gebruik van versproducten?
A
THT
B
TGT
C
HACCP
D
T.a.v.

Slide 11 - Quiz


Hoe noem je een magazijn waar niet al het personeel mag komen?
A
Open magazijn
B
Centraal magazijn
C
Distributiecentrum
D
Gesloten magazijn

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video


Wat betekent TGT?
A
Ten minste houdbaar tot
B
Twee keer gebruikt textiel
C
Te gebruiken tot
D
Ten minste gunstig tot

Slide 14 - Quiz


Wat staat er NIET op een voorraadkaart?
A
Aantal artikelen
B
Datum
C
Maximumvoorraad
D
BTW

Slide 15 - Quiz


Wat staat er NIET op een pakbon?
A
Aantal artikelen
B
Aantal colli
C
Afzender
D
Ontvanger

Slide 16 - Quiz


Wat zijn géén voorraadkosten?
A
Rentekosten
B
Ruimtekosten
C
Risicokosten
D
Personeelskosten

Slide 17 - Quiz

BONUSVRAAG

Slide 18 - Slide

Vul aan wat er moet staan
Artikel
Minimumvoorraad
Maximumvoorraad
Voorraad
Voorraad tekort
Suiker
20
40
12
Maximum te bestellen
Bestel-eenheid
Te bestellen
Nieuwe voorraad
6

Slide 19 - Slide

Vul aan wat er moet staan
Artikel
Minimumvoorraad
Maximumvoorraad
Voorraad
Voorraad tekort
Suiker
20
40
12
8
Maximum te bestellen
Bestel-eenheid
Te bestellen
Nieuwe voorraad
28
6
4
36

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Schrijf 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open question

Hoe noem je het verschil tussen de beginvoorraad en eindvoorraad?
A
Derving
B
Mutaties
C
Verkopen
D
Voorraadwaardering

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je de werkelijke voorraad?

Slide 25 - Open question

Gemiddelde voorraad
gemiddelde voorraad=aantal tussentellingen+1(2beginvoorraad)+tussenliggende voorraden+(2eindvoorraad)

Slide 26 - Slide

Gemiddelde voorraad
Bereken de gemiddelde voorraad.
1 jan
1 apr 
1 jul
1 okt
31 dec
210
188
204
202
200

Slide 27 - Slide

Gemiddelde voorraad
Bereken de gemiddelde voorraad.
1 jan
1 apr 
1 jul
1 okt
31 dec
210
188
204
202
200

Slide 28 - Slide

Economische voorraad
Berekening economische voorraad
Technische voorraad
40
Plus: gekocht maar nog niet ontvangen
20 +
Min: verkocht maar nog niet geleverd
15 –
Economische voorraad
45

Slide 29 - Slide

Gemiddelde voorraad
Bereken de economische voorraad.
Voorraad
20 stuks
In bestelling
12 stuks
Nog af te leveren
8 stuks

Slide 30 - Slide

Prijsrisico
De verkoopprijs van een artikel kan dalen.
... dus dan kun je steed meer / minder krijgen als je het verkoopt



Slide 31 - Slide

Prijsrisico
De verkoopprijs van een artikel kan dalen.
... dus dan kun je steed meer / minder krijgen als je het verkoopt




Slide 32 - Slide

Prijsrisico
De verkoopprijs van een artikel kan dalen.
... dus dan kun je steed meer / minder krijgen als je het verkoopt
De inkoopprijs van een artikel kan dalen. 
... dus dan heb je teveel / te weinig betaalt voor het artikel.

Slide 33 - Slide

Prijsrisico
De verkoopprijs van een artikel kan dalen.
... dus dan kun je steed meer / minder krijgen als je het verkoopt
De inkoopprijs van een artikel kan dalen. 
... dus dan heb je teveel / te weinig betaalt voor het artikel.

Slide 34 - Slide

Prijsrisico
De verkoopprijs van een artikel kan dalen.
... dus dan kun je steed meer / minder krijgen als je het verkoopt
De inkoopprijs van een artikel kan dalen. 
... dus dan heb je teveel / te weinig betaalt voor het artikel.

Als de prijs daalt, wordt de voorraad minder waard.

Slide 35 - Slide

Gemiddelde voorraad
Bereken de gemiddelde voorraad van januari en april.
1 jan
1 feb
1 mrt
1 apr
1 mei
1.612
1.020
1.580
1.590
600

Slide 36 - Slide