Your first lesson

sensomotorische integratie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
LessonUpPrimary EducationLower Secondary (Key Stage 3)Upper Secondary (Key Stage 4)

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

sensomotorische integratie

Slide 1 - Slide

na deze voorlichting weet je:
- wat sensomotorische integratie is.
- welke zintuigen er zijn.
- hoe een goede prikkelverwerking verloopt.
- wat er gebeurt wanneer de prikkelverwerking niet goed verloopt bij overprikkeling en onderprikkeling.
- welke vijf verschillende prikkelvormen (dieren) er zijn.
- welke hulpmiddelen je in kunt zetten om een goede prikkelverwerking te ondersteunen. 

Slide 2 - Slide

sensomotorische integratie 
+ New lesson

Slide 3 - Slide

Ervaar zelf de zintuigen.
- horen
- zien
- ruiken
- proeven
- voelen
- evenwicht 
- beweging
- interoceptie

Slide 4 - Slide

De prikkelverwerking

Slide 5 - Slide

De prikkelverwerking bij kinderen uit het speciaal onderwijs.
- Autisme 
- ADHD
- TOS
- Maak drie groepjes.
- Bekijk en beluister de gekregen video/audio.
- Vertel wat heb je gezien/gehoord ? Bij welke onderstaande stoornis hoort dit ? Was het kind onder of overprikkeld?

Slide 6 - Slide

Autisme
hoe ervaart iemand met autisme alle prikkels om zich heen.

Slide 7 - Slide

ADHD
hoe ervaart iemand met ADHD de prikkels om zich heen.

Slide 8 - Slide

TOS
hoe ervaart iemand met een TOS de prikkels om zich heen 

Slide 9 - Slide

De vijf verschillende prikkelvormen.

Slide 10 - Slide

quiz welk prikkel dier ben jij?

1:  je vriendin geeft je als verjaardagscadeau een dinertje bij een restaurant naar keuze. wat wordt het?
A
B
C
2: Je bent echt aan nieuwe slaapkleding toe. wat koop je?
A
B
C
3: Bij het winkelen trek je per ongeluk een knoop van je jas. Hij valt in een rioolput. Wat doe je?
A
B
C
4: Wanneer in de bioscoop de film afgelopen is.
A
B
C
5: Je begint de dag het liefst met een: 
A
B
C

Slide 11 - Slide

Uitslag 
vraag 1    A: 1 punt        B: 2 punten  C: 3 punten 
vraag 2   A: 2 punten   B: 3 punten  C: 1 punt
vraag 3   A: 3 punten   B: 1 punt        C: 2 punten
vraag 4   A: 2 punten   B: 1 punt        C: 3 punten
vraag 5   A: 3 punten   B: 1 punt        C: 2 punten

Tussen de 10 en 15 punten: Onderprikkeld. 
6 tot 10 punten: Neutraal
tot 5 punten: Overprikkeld 

Slide 12 - Slide

Hulpmiddelen prikkelverwerking. Bij onderprikkeling en overprikkeling

Slide 13 - Slide