diabetes 23-24. wie ben ik

 Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal en voedselproblemen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Helpende PlusMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

 Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal en voedselproblemen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Welke aandoeningen zijn er?
  • Aangeboren aandoeningen
  • Verworden aandoeningen 
  • Voedingsproblemen en eetstoornissen 
  • Diabetes 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat kom je allemaal tegen op je werk, waar denk je aan. Schrijf op een post-it en plak op het bord.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal en voedselproblemen, wat kun je als helpende signaleren?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aangeboren aandoeningen
  • Hazenlip 
  • Gespleten gehemelte 
  • Afgesloten slokdarm (voedsel komt in de longen)
  • Afsluiting van de anus 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


hazenlip (bovenlip en bovenkaak zijn gespleten) 

gespleten gehemelte (ook gehemelte is gespleten)  

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verworven aandoeningen 
  • Maagzweer / dunne darm zweer
  • Maagkanker
  • Ontsteking van de appendix 
  • Chronische darmontstekingen (ziekte van Crohn, Colitus Ulcerosa)
  • Darmkanker 
  • Aambeien  

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voedingsproblemen en eetstoornissen 

  • Ondervoeding 
  • Obesitas 
  • Anorexia Nervosa 
  • Boulimia Nervosa  

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Diabetes type 1 en 2
Type 1:  insuline afhankelijke diabetes.
auto-immuunziekte
Geen insulineproductie of het lichaam breekt de insuline af.

Type 2:  insuline onafhankelijke diabetes. 
ouderdoms- of welvaartsdiabetes
Weinig insuline produktie of het lichaam reageert daar niet meer goed op


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Symptomen type 1:
Vermoeidheid
Veel urineren
Dorst
Vermagering
Slechte wondgenezing
Infectie's
Jeuk
Wazig zien
Symptomen type 2: 
Vermoeidheid
Slechte wondgenezing
Infecties
Jeuk
Wazig zien

Slide 12 - Slide

Elk symptoom is een direct gevolg van de verstoringen die hoge bloedsuikers veroorzaken in het metabolisme en de werking van organen:
Vermoeidheid: cellen krijgen geen energie.
Veel urineren en dorst: het lichaam probeert overtollige glucose uit te scheiden.
Slechte wondgenezing en infecties: beschadigde bloedvaten en een verzwakt immuunsysteem.
Wazig zien: vochtveranderingen in de lens van het oog.
Goede regulatie van de bloedsuikerspiegel is cruciaal om deze klachten te verminderen of te voorkomen
Hyper (hoog)
  • veel urineren
  • veel dorst hebben en houden
  • vermoeid zijn 
  • plotselinge humeurigheid, snel   boos worden
  • misselijk zijn of overgeven
  • alles voelt vervelend

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken hyper?
  • Verkeerde dosering insuline
  • Te veel voeding 
  • Stress/Koorts/ weinig beweging
  • Medicatie, mn corticosteroiden (b.v. prednisolon)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Tek2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline. 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten. 6 staat voor: bij glucosewaarden boven 20: 6 eh snelwerkende insuline bijspuiten.st
Hypo (laag)
  • zweten
  • trillen
  • duizelig zijn
  • bleek zien
  • plotseling wisselend humeur 
     (b.v. opeens geïrriteerd, boos) 
  • ongeconcentreerd zijn
  • hoofdpijn
  • moe zijn
  • hongerig zijn
  • als het lang duurt comateus

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Tot slot
  • Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de   bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden.
  • Dat komt doordat het lichaam (aanmaak alvleesklier) te weinig van   het hormoon insuline heeft.
  • Of het maakt helemaal geen insuline meer. 
  • (Insuline regelt de bloedsuikerspiegel)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk - onderwijs online 
Opdracht:
Beschrijf een cliënt met een ziektebeeld die links in de lijst van de hulpmiddelenwijzer voorkomt.
Kies 5 hulpmiddelen uit bij eten en drinken die voor die cliënt geschikt zijn.
Beschrijf elk hulpmiddel en geef aan waarom het geschikt is voor die cliënt. 

&

vragen hoofdstuk 17.5 Diabetes

Slide 20 - Slide

This item has no instructions