Paragraaf 3.3, geloven en weten

1 / 47
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Planning
  • Inplannen proefwerk hoofdstuk 3;
  • Theorie 3.3 (Griekse mythologie);
  • Nakijken huiswerkvragen en maken vragen 3.3.

Slide 2 - Slide

Mythologie

    • Verzameling van mythen
    • Verhalen waarin goden, helden en wezens een rol spelen
    • De Griekse mythen werden mondeling doorgegeven als lessen voor het leven

    Slide 3 - Slide

    Griekse mythologie
    • Mythen:  Verhalen waarin goden, helden en wezens een rol spelen.  Mythen hadden altijd een boodschap.

    • Griekse mythologie: alle godenverhalen bij elkaar.
    • Verhalen werden generatie op generatie doorverteld. De mythen legden de verschijnselen in de natuur en samenleving uit. 

    Slide 4 - Slide


    Griekse goden

    • Grieks goden zien er uit als mensen
    • Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
    • Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)

    Slide 5 - Slide

    Functies van mythen:

    1. Ze verklaren een bepaald verschijnsel zoals ziektes of aardbevingen.

      2. Ze vertellen hoe mensen zich tegen over de goden moeten      gedragen.


    Slide 6 - Slide

    Griekse goden 
    • Grieken hadden een polytheïstische godsdienst
    • Griekse goden zien er uit als mensen
    • Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
    • Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)
    • Goden werden vereerd in mooi versierde tempels
    • Communicatie met de mensen en boodschappen door middel van orakels
    • De belangrijkste Griekse goden wonen op de berg Olympus

    Slide 7 - Slide

    Godenverering 
    • Tekens van de goden: onweersbui. De Grieken  verklaarden hun wereld  door de goden.  
    • Altaar: offersteen waarbij/op offers worden gelegd voor de goden 

    • Orakels werden geraadpleegd om tekens van goden te vertalen. 
    • Orakel: heiligdom van waaruit een priester een voorspelling deed. Plaats waar goddelijke uitspraken gedaan worden

    Slide 8 - Slide

    Orakel (van Delphi)
    Veel Grieken vroegen raad bij een orakel.
    'Een orakel stond in contact met de goden'.

    Orakel van Delphi is het bekendste.

    Slide 9 - Slide

    Op deze afbeelding zie je de mythe: het paard van Troje

    Slide 10 - Slide

    Slide 11 - Slide


    Titanen


    In het begin...
    ...was er chaos

    Slide 12 - Slide

    Slide 13 - Slide

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide


    Zeus

    • God van de donder
    • Oppergod
    • Getrouwd met Hera, maar ging regelmatig vreemd!

    • Romeinse god: Jupiter

    Slide 16 - Slide


    Hera

    • Godin van het huwelijk
    • Getrouwd met Zeus, maar dit was geen gelukkig huwelijk
    • Behalve zijn vrouw, ook zijn zus

    • Romeinse naam: Juno

    Slide 17 - Slide

    Slide 18 - Slide


    Hefaistos

    • God van de smeedkunst, het vuur en vulkanen.
    • Zoon van Zeus en Hera
    • Smid van de Goden
    • Maakt de bliksem voor Zeus

    • Romeinse naam: Vulcanus

    Slide 19 - Slide


    Ares

    • God van de oorlog
    • Zoon van Zeus en Hera
    • Gehaat bij alle goden


    • Romeinse naam: Mars

    Slide 20 - Slide


    Poseidon

    • God van de zee
    • Broer van Zeus
    • Herkenbaar aan zijn drietand


    • Romeinse naam: Neptunus

    Slide 21 - Slide


    Demeter

    • Godin van de aarde en de oogst (landbouw)
    • Zus van Zeus
    • Kreeg samen met Zeus een dochter: Persifone


    • Romeinse naam: Ceres

    Slide 22 - Slide


    Hades

    • God van de onderwereld
    • Broer van Zeus
    • Getrouwd met zijn nicht Persifone
    • Zijn driekoppige hellehond Kerberos bewaakte de onderwereld

    • Romeinse naam: Pluto

    Slide 23 - Slide

    Slide 24 - Slide

    Slide 25 - Slide


    Afrodite

    • Godin van de liefde en de schoonheid
    • Dochter van Zeus
    • Geboren uit het schuim van de zee
    • Haar zoon heet Eros (Amor, Cupido)

    • Romeinse naam: Venus

    Slide 26 - Slide


    Pallas Athena

    • Godin van de wijsheid en dapperheid
    • Dochter van Zeus
    • Geboren uit zijn hoofd
    • Ze wordt vaak afgebeeld met een uil

    • Romeinse naam: Minerva

    Slide 27 - Slide

    Slide 28 - Slide


    Apollon

    • God van de zon en de muziek (en meer o.a. genezing)
    • Laat met zijn strijdwagen de zon opkomen
    • Tweelingbroer van Artemis

    • Romeinse naam: Apollo (ook: Sol of Helios)

    Slide 29 - Slide


    Artemis

    • Godin van de jacht en maan
    • Tweelingzus van Apollo


    • Romeinse naam: Diana

    Slide 30 - Slide

    Slide 31 - Slide


    Hermes

    • God van de snelheid
    • Boodschapper van de goden
    • Vaak afgebeeld met gevleugelde schoenen


    • Romeinse naam: Mercurius

    Slide 32 - Slide

    Dionysus
    • God van de wijn en feest 
    • Zoon van Zeus
    • Vaak afgebeeld met een wijntje

    • Romeinse naam: Bacchus 

    Slide 33 - Slide

    Slide 34 - Slide

    Planning
    • Theorie 3.3 (van mythologie naar filosofie);
    • Nakijken huiswerkvragen en maken vragen 3.3;
    • 3 leerlingen inzage toets.

    Slide 35 - Slide

    Een nieuwe denkwijze
    • Eerst geloofden de Grieken dat veel door de goden kwam.
    • Later gingen ze verklaringen zoeken in de natuur.
    • Door onderzoek zouden mensen de natuurwetten ontdekken.
    De Griekse denkwijze
    De Griekse manier van denken houdt in: 
    Zelf onderzoeken/nadenken om zo de regels van de natuur te leren kennen

    Slide 36 - Slide

    Oorsprong van de Griekse filosofie

    • Griekse stadstaten die elkaar steunden (of niet);
    • Geen absolute heerser, waarheid geen zaak van koning of priester;
    • Rijkdom en handel gaven ruimte voor andere dingen;
    • Polis en agora (stadstaat en markt): uitwisseling van ideeën -> argumenten!
    • Relatieve vrijheid en ruimte voor meningsverschillen (zolang je niet duidelijk tegenspreekt).


    Slide 37 - Slide

    Grieks onderwijs
    • Jongens moesten nuttig onderwijs krijgen;
    • Ook moest iedereen de mythen kennen;
    • Verder ging iedere Griek wel eens naar een toneelvoorstelling;
    • Hier werden verhalen gedeeld en politiek besproken.

    Een Grieks vakkenpakket
    • Rekenen
    • Lezen & schrijven
    • Spreken
    • Gym
    • Muziek

    Slide 38 - Slide

    Slide 39 - Slide

    Griekse filosofie
    Filosofie: denken over grote levensvragen.

    1. Socrates
    2. Plato
    3. Aristoteles

     

    Slide 40 - Slide

    Socrates
    • Voor Socrates was filosofie een zoektocht naar de waarheid.

    • Dat was niet makkelijk, omdat ieder antwoord dat hij vond weer naar andere vragen leidde.

    • Socratisch gesprek: Over alles een vraag stellen.

    Slide 41 - Slide

    Plato (427 v. Chr. - 348 v. Chr)
    • Geïnspireerd door Socrates
    • Deed uitgebreid onderzoek en schreef (verzonnen) gesprekken met zichzelf en andere filosofen op
    • Hoe kan je het beste tot ware kennis komen?
    • Volgens Plato door na te denken

    Slide 42 - Slide

    Aristoteles
    • De leerling van Plato, Aristoteles, vond weer dat wetenschappers zorgvuldig moesten kijken en daarna conclusies moesten trekken.
    • Wat je zegt moet dus gebaseerd worden op wat je ziet.

    Slide 43 - Slide

    Aristoteles
    Plato

    Slide 44 - Slide

    De grote vragen
    1. Als een boom in het bos is gevallen zonder dat iemand het hoort, is de boom dan wel gevallen?
    2. "Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet" (Socrates).
    3. Wat je niet weet, kan je leven niet beïnvloeden.
    4. Iedereen heeft recht op gelijke kansen, maar is iedereen gelijk?

    Slide 45 - Slide

    Filosoferen!
    Samen kies je één van de onderstaande vragen. Schrijf jouw mening op! Daarna  
    • Als een boom in het bos is gevallen zonder dat iemand het hoort, is de boom dan wel gevallen?
    • "Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet" (Socrates).
    • Wat je niet weet, kan je leven niet beïnvloeden.
    • Iedereen heeft recht op gelijke kansen, maar is iedereen gelijk?

    timer
    10:00

    Slide 46 - Slide

    Zelfstandig werken
    In rust verder werken
    1. Huiswerk 3.1 en 3.2 nakijken wanneer je dit nog niet gedaan hebt.
    2. Paragraaf 3.3 maken (en inleveren itsLearning);
    3. Al klaar? verdiepingsopdracht filmvragen maken

                3 leerlingen kunnen nog het PW Egypte
                 inkijken.
    timer
    10:00

    Slide 47 - Slide