T1 - Oefentoets 2.5, 2.7 en 2.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig op je plek zitten.

Pak je aantekeningenschrift en een pen.

Leg je laptop dicht op tafel.

Ga lezen in je leesboek.

Deze les:

Lezen in leesboek

leerstof toetsweek

oefentoetsje lessonup

Wat moet je weten?

Synoniemen

woordenlijst

schooltaalwoorden

zelfstandig naamwoorden

lidwoorden

werkwoorden

pv tt

komma

Wat is een synoniem?
Geef ook een voorbeeld.

Schooltaalwoorden

Wat betekend het woord: Aangrijpend

1. dramatisch
2. iets of iemand goedvinden
3. met zorg en aandacht voor anderen
4. met elkaar praten

Wat betekent het woord: Accepteren

1. Vragen om iets te krijgen
2. meestal
3. met zorg en aandacht voor anderen
4. iets of iemand goed vinden

Wat betekent het woord: Het initiatief

1. erbij horen
2. wat je als eerste voorstelt of doet
3. geen zorgen meer hebben
4. verbinding

Maak een zin met het woord: opgelucht.

Zorg dat de betekenis van het woord duidelijk is.

Woordsoorten

Als je een zin ontleed in woordsoorten, benoem je elk woord apart.

De man liep over de straat. 

Woordsoorten

Benoem de woordsoorten van de volgende zin:

Het meisje vond de toets moeilijk.

Benoem de woordsoorten in de zin:

Gisteren moest mijn broer de hond uitlaten.

Spelling

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?

1. Getalproef
2. tijdproef
3. vraagproef
4. zinproef

vul de persoonsvormen in:

Hij (branden) het stokje.
wij (geven) het cadeau.
ik (leiden) de man naar huis.
jij (vinden) het niet leuk.

Wat vind je nog lastig?

Woordsoorten ontleden

Spelling van de tegenwoordige tijd

synoniemen en schooltaalwoorden