Kies 2 Thema 1 les 3
1 / 19
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Lees blz. 25
Noem 2 eigenschappen van jezelf.
Noem 2 eigenschappen van jezelf.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
OPDRACHT 2a BLZ. 27
Welke 3 mensen hebben invloed op jou?
Welke 3 mensen hebben invloed op jou?
Schrijf dit ook in je boek!!!
Slide 9 - Open question
OPDRACHT 2b BLZ. 27
Noem 1 eigenschap die je van één
van deze personen hebt gekregen.
Noem 1 eigenschap die je van één
van deze personen hebt gekregen.
Schrijf dit ook in je boek!!!
Slide 10 - Open question
OPDRACHT 2c BLZ. 27
Op wie heb jij invloed? Waarom?
Op wie heb jij invloed? Waarom?
Schrijf dit ook in je boek!!!
Slide 11 - Open question
Hoe noem je iets dat je moet doen?
A
Recht
B
Plicht
C
Waarde
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je iets wat je mag doen of moet krijgen?
A
Recht
B
Plicht
C
Waarde
Slide 13 - Quiz
Hoe noem je de verzameling van eigenschappen van een persoon?
A
Mensenrecht
B
eigenschapsladder
C
Identiteit
Slide 14 - Quiz
Wat is een Grondwet?
A
Een wet waarin staat op grond waarvan een rechter iemand kan veroordelen
B
Een wet waar de grondrechten van de Nederlanders in staan
C
Een wet waarin staat hoe de overheid met de grond moet omgaan
Slide 15 - Quiz
De grondwet geldt voor iedereen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je de verzameling van eigenschappen van een persoon?
A
identiteit
B
uiterlijk
Slide 17 - Quiz
Het geheel van eigenschappen dat jou tot een uniek persoon maakt is jouw
A
Zelfbeeld
B
Verdienste
C
identiteit
D
haarkleur
