Uit het Burgerlijk Wetboek
Art. 160: De man is het hoofd der echtvereeniging.
Art. 161: De vrouw is aan haren man gehoorzaamheid verschuldigd. Zij is verpligt met den man zamen te wonen, en hem overal te volgen waar hij dienstig oordeelt zijn verblijf te houden.
Art. 163: De vrouw kan, zonder bijstand van haren man zonder zijne schriftelijke toestemming, niks geven, vervreemden, verpanden of verkrijgen
Art. 179: De man alleen beheert de goederen van de gemeenschap. Hij kan dezelve verkoopen, vervreemden en bezwaren, zonder tusschenkomst van de vrouw.