1.
respectvol zijn naar anderen;
2. op tijd in de les;
3. Focus in de les (mobiel thuis of in de kluis);
4. De school netjes houden, afval opruimen;
5. Schoolspullen mee, huiswerk af;
6. (Andere) lessen niet verstoren;
5. Alléen water is toegestaan in het lokaal;
7. Flesjes vullen/toilet bezoek vóor of na de les.