What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica 5.6 + 6.3
Wat gaan we deze les doen?
- Terugkoppeling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat gaan we deze les doen?
- Terugkoppeling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:
-kun je het onderwerp (ond.) in een zin benoemen
-kun je de persoonsvorm (pv) en het werkwoordelijk gezegde (wwg) in een zin benoemen
Slide 2 - Slide
Onderwerp, hoe zat het ook alweer?
Een zin bestaat uit twee
basisdelen,
twee zinsdelen die onmisbaar zijn:
-een deel dat ‘zegt’
wat
er gebeurt (= werkwoordelijk gezegde / wwg. / zijn
alle werkwoorden
in de zin)
-een deel dat ‘zegt’
wie
dit doet (= onderwerp = ond.)
Slide 3 - Slide
Onderwerp, hoe zat het ook alweer?
Voorbeeld: Evelien en Rob mailen.
In deze zin zegt
mailen
wat er gebeurt. Mailen is dus de pv.
én
het wwg. (alle werkwoorden in de zin)
Om het onderwerp in de zin te vinden vraag je:
wie/wat + wwg? -->
Slide 4 - Slide
Onderwerp, hoe zat het ook alweer?
Wie/wat + wwg?
‘Wie/wat mailen?’
Antwoord:
Evelien en Rob.
Het zinsdeel
Evelien en Rob
is dus het onderwerp (ond).
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Met welke hulpzin kun je het onderwerp (ond.) vinden?
A
Vraagzin maken, het ond. staat vooraan.
B
Wie/wat + wwg?
C
Alle werkwoorden in de zin opzoeken.
Slide 7 - Quiz
Welke bewering is NIET waar?
Kies het goede antwoord.
A
Wwg. en ond. zijn de 2 basisdelen van een zin.
B
Het wwg. zegt wat er gebeurt.
C
Er staat niet altijd een ond. in de zin.
D
Het ond. zegt wie/wat het doet.
Slide 8 - Quiz
Wat is het ond. in de volgende zin?
Ik moet mijn huiswerk nog maken.
A
Ik
B
moet
C
mijn huiswerk
D
maken
Slide 9 - Quiz
Wat is het ond. in de volgende zin?
Het vliegtuig heeft 20 minuten vertraging.
A
Het vliegtuig
B
heeft
C
20 minuten
D
vertraging
Slide 10 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin?
Mijn hond heeft een vogel gepakt.
Slide 11 - Open question
Oefenen met ond. / pv. / wwg.
Blok 5 + 6: grammatica
Maken:
5.6
opdr. 13, 14
6.3:
opdr. 7, 8, 9
opdr. 15 in je schrift!!
KLAAR?
-Lezen + oefening learningapps.org
(zie link volgende pagina)
timer
20:00
Slide 12 - Slide
learningapps.org
Slide 13 - Link
Nabespreken
We gaan de opdrachten bespreken
aantal
240
aantal
Slide 14 - Slide
Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:
-kun je het onderwerp (ond.) in een zin benoemen
-kun je de persoonsvorm (pv) en het werkwoordelijk gezegde (wwg) in een zin benoemen
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Grammatica 5.6 + 6.3 bk
March 2019
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Les 7: grammatica (b5.6/ k5.6)
April 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Uitleg SE1, Instaptoets zinsontleding, uitleg pv, ond, wwg, ond
October 2019
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Instaptoets + uitleg pv, ond en wwg
November 2017
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
1.8.1 Stappenplan zinsdelen benoemen
October 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Grammatica Blok 3 & 4 Zinsontleding
December 2020
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
grammatica les I opdr 1 tm 6 (SLR)
June 2020
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2