Quiz - Ecologie

Quiz Nectar H7+8
Ecologie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Quiz Nectar H7+8
Ecologie

Slide 1 - Slide

Kringlopen

Slide 2 - Slide

Stikstof wordt afgekort als?
A
P
B
N
C
C
D
S

Slide 3 - Quiz

Denitrificerende bacteriën maken...
A
N2
B
NO3-

Slide 4 - Quiz

Er zit veel stikstof in...
A
(Biologische) mest
B
Kunstmest
C
Dode planten/dieren resten
D
Alle bovenstaande opties

Slide 5 - Quiz

Stikstofbindende bacteriën gebruiken...
A
N2
B
NO3-

Slide 6 - Quiz

(Binas 93G) De omzetting van nitriet naar nitraat noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 7 - Quiz

Waarom wordt er door landbouw en veeteelt extra methaangas uitgestoten?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Waar is de bruto primaire productie mee vergelijkbaar? (meerdere amtw goed)
A
Dissimilatie
B
Netto primaire productie (groei) + dissimilatie
C
Fotosynthese

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Per trofisch niveau is er energieverlies (90%) door dissimilatie en onverteerde resten (uitwerpselen). 

Slide 12 - Slide

Wat wordt bedoeld met trofisch niveau?

Slide 13 - Open question

Wat is het verschil tussen de
kleine en 'grote' (C-)kringloop?

Slide 14 - Open question

Successie
  • Pionierecosysteem,  (extreme abiotische omstandigheden)
  • Successie: Biodiversiteit neemt toe, vegetatie vertoont gelaagdheid, creëert nieuwe niches, steeds meer competitie
  • Climaxecosysteem:
    abiotische factoren constant,
    biodiversiteit hoog, veel biomassa
    NPP even groot als afbraak, kringloop stoffen gesloten

Slide 15 - Slide

Biodiversiteit neemt toe, vegetatie vertoont gelaagdheid, creëert nieuwe niches, steeds meer competitie

abiotische factoren constant,
biodiversiteit hoog, veel biomassa

NPP even groot als afbraak, kringloop stoffen gesloten 
extreme abiotische omstandigheden
Pionierecosysteem
Successie: 
Climaxecosysteem:

Slide 16 - Drag question

toepassing
N-kringloop

Slide 17 - Slide

Welk proces wil een boer liever niet dat er op zijn akker gebeurt?
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 18 - Quiz

Welke functie hebben de bacteriën in de wortelknolletjes van vlinderbloemige planten?
A
Het omzetten van nitraat in nitriet
B
Het omzetten van nitriet in nitraat
C
Het binden van de N2 uit de lucht
D
Het omzetten van nitraat in N2

Slide 19 - Quiz

Hoe kan nitraat uit de kringloop verdwijnen?
A
omzetten naar NH4+
B
ammonificatie
C
vervluchtiging
D
uitspoeling

Slide 20 - Quiz

De omzetting van eiwit naar ammoniak noemen we?
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 21 - Quiz


Wat is de relatie tussen de bacteriën in het wortelknolletje en de lupineplant?
A
commensalisme
B
concurrentie
C
mutualisme
D
parasitisme

Slide 22 - Quiz

Sommige boeren gebruiken groenbemesting (planten met wortelknolletjes uitzaaien en omploegen) voordat ze hun echte gewas uitzetten. Waarom is dit duurzamer dan kunstmest?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Zet achter de cijfers 1 tot en met 6 uit het schema het juiste onderdeel. Kies uit:

autotrofe planten, carnivoren, herbivoren, hyperparasieten, micro-organismen, parasieten

Slide 25 - Open question

Welk onderdeel zou toegevoegd moeten worden om van deze voedselketen een
kringloop te maken?
A
afvaleters
B
anorganische stof
C
organische stof
D
reducenten

Slide 26 - Quiz

Fin

Slide 27 - Slide