Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee delen; 1. Het werkwoordelijk deel
Alle werkwoorden in de zin + één van de 7 koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, dunken, heten, voorkomen.
De koppelwerkwoorden kunnen onthouden worden met de zin
BoB HaD ZoVeeL WaS
2. Het naamwoordelijk deel
Een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord wat iets zegt over het onderwerp.