Textuur/Structuur

Beelnde textuur/ structuur

1 / 32
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Beelnde textuur/ structuur

Slide 1 - Slide

Wat kan je na deze les?
  • Herkennen van een textuur / structuur
  • uitleggen wat een textuur structuur is en wat het verschil is.
  • maken van een textuur en structuur 

Slide 2 - Slide

Texturen 
(hoe het voelt) 

ruw, grof, bobbelig, korrelig, zacht etc.

Slide 3 - Slide

Wat is Structuur?

De opbouw en samenstelling van een vorm of object. Hoe zit iets in elkaar? 

Structuur gaat over hoe iets in elkaar zit, zoals de vorm en de onderliggende constructie van een object.
Voorbeelden:
- De structuur van een boomstam bestaat uit jaarringen en houtvezels
- De structuur van een gebouw
- De honingraat van een bijennest

Slide 4 - Slide

Wat is Textuur?

Textuur is de oppervlakte van alles wat we kunnen zien en voelen. De tafel heeft bijna geen textuur want die is vlak en glad, maar de schors van een boom wel want die is ruw en grof. 

De vacht van een vos is weer zacht en harig. Maar hoe kan je nou in een tekening laten zien of iets zacht of juist stekelig aan voelt?

Slide 5 - Slide





De bekenste vorm van structuur toe passen in de tekenkunst heet "arceren". Eigenlijk teken je allemaal hele kleine lijntjes. Hoe dichter je die lijntjes bij elkaar zet, hoe donkerder de arcering word. 

Hoe verder je de lijntjes van elkaar af zet, hoe lichter het word. Zo maak je verschillende tonen of tinten met maar 1 kleur. Op de volgende slide zie je voorbeelden van verschillende tonen van structuur en een voorbeeld van een tekening met alleen maar dit soort lijntjes (gearceerd)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Afstand tussen de lijnen

Slide 9 - Slide

richting van de lijnen

Slide 10 - Slide

Dikte van de lijnen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

opdracht
  1. Fotografeer 10 verschillende texturen, in en rond school of thuis.
  2. Verwerk ze in het Word document en schrijf erbij wat voor textuur het
  3. Lever het in via Magister in Portfolio map BV leerjaar 2.

Slide 18 - Slide

Creatieve opdracht voor beeldende vorming!

Ga op ontdekkingstocht in en rondom school of thuis en fotografeer 10 verschillende texturen! Denk hierbij aan ruwe stenen, zachte kussens, glimmende oppervlakken en nog veel meer. 

Verwerk deze foto's vervolgens in een Word document en schrijf erbij wat voor textuur het is. 

Lever jouw creatieve werk in via Magister in de Portfolio map BV leerjaar 2. Veel plezier!



Slide 19 - Slide

Creatieve opdracht voor beeldende vorming!

Ga op ontdekkingstocht in en rondom school en fotografeer 10 verschillende texturen! Denk hierbij aan ruwe stenen, bont, glimmende oppervlakken en nog veel meer. 

Verwerk deze foto's vervolgens in een Word document en schrijf erbij wat voor textuur het is. Zo leer je niet alleen hoe je texturen kunt herkennen, maar ook hoe je ze kunt vastleggen op camera.

Lever jouw creatieve werk in via Magister in de Portfolio map BV leerjaar 2. Veel plezier!



Slide 20 - Slide

Opdracht
Teken het werkblad met potlood en liniaal na op een A4 , je hebt 1 A4 nodig. Zet je naam erop en je klas.  
  • Elk vakje is 5 x 5 cm.
  • Tussen de vakjes laat je ruimte van 1,5 cm. 
  • De onderste balk is opgebouwd uit 7 vakjes van 2,5 x 2,5 cm.
In elk vakje komt een andere textuur. 3 huidstructuren, 3 kunstmatige structuren en 3 fantasie structuren
In de onderste balk kies je een van de structuren en deze ga je van licht naar donker in de vakjes tekenen. 
De structuren trek je over met inkt en een kroontjes pen! 

Laat je structuren goed keuren voordat je begint met inkt! 

duur: 2 lessen 


Huid/vacht
Kunstmatige structuur
fantasie structuur

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Werken met inkt
Belangrijke regels voor werken met inkt.
1. Blijf op je plek zitten, de potjes inkt kunnen om gestoten worden wanneer er te veel mensen door het lokaal lopen.
2. Als je het potje vastpakt, pak het dan aan het flesje en niet aan de dop.
3. Werk netjes en let op je kleding, want inkt was je niet uit je kleren.
4  Maak je pen schoon en droog, anders gaat het metaal roesten.
5. Zorg dat het potje inkt goed dicht gedraaid is.
6. laat je pen nooit in het potje staan!

Slide 24 - Slide

Opdracht 3
Ontwerp je in een eigen fantasie dier met  minimaal 3 verschillende dieren. 
(meer dan 3 mag, maar minder niet)
Per dier breng je een structuur aan, dus hoe meer verschillende dieren, hoe meer verschillende structuren. 
1. Maak 3 schetsen op schets papier ( max 1 lesuur)
2. Werk je beste schets uit op dikker papier, de structuren vul je later in met inkt.
3. Teken de verschillende structuren van je fantasie dier in met inkt.
4. Voeg een achtergrond toe. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Zorg dat je dieren goed aanluiten. Ook als ze bijvoorbeeld lange en korte poten hebben.

Slide 28 - Slide

Gebruik echte dieren als voorbeelden, dus geen getekende plaatjes. Daar wordt vaak geen structuur gebruikt

Slide 29 - Slide

Teken de omgeving van je dier. Bedenk goed of dit onderwater, in de lucht of in een bos is.

Slide 30 - Slide

Beoordeling
 (2) bestaat het dier uit 3 soorten?
(2,5) Heeft de huid verschillende structuren?
 (2) Is er een achtergrond?
 (1) creativiteit?
(1) chill factor
 (1) compositie
( 0,5) reflectie

Slide 31 - Slide

Veel plezier met de opdracht!
Veel plezier met de opdracht! Veel plezier met de opdracht! Veel plezier met de opdracht! Veel plezier met de opdracht !Veel plezier met de opdracht Veel plezier met de opdracht! ! Veel plezier met de opdracht! Veel plezier met de opdracht! Veel plezier met de opdracht! Veel plezier met de opdracht! 

Slide 32 - Slide