Miniles frans pruiken en revoluties deel 1

Bonjour!
Aujourd'hui on va se présenter 
et on va apprendre de décrire une personne en français!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour!
Aujourd'hui on va se présenter 
et on va apprendre de décrire une personne en français!

Slide 1 - Slide

Quels Français mots d’emprunt connaissez-vous ?
Welke Franse leenwoorden ken jij?

Slide 2 - Mind map

Welke andere Franse woorden ken jij?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Wat betekent 'Bonjour'?
A
Bedankt
B
Tot ziens
C
Goedemiddag
D
Welkom

Slide 5 - Quiz

Hoe zeg je 'bedankt'?
A
Comment ça va
B
Bienvenue
C
Salut
D
Merci

Slide 6 - Quiz

Je me présente
Je m'appelle Jikke.
J'ai trente et un ans.
J'habite à Haarlem.

Slide 7 - Slide

Welke zin gebruik je om jezelf voor te stellen?
A
Je m'appelle ..
B
J'ai .. ans
C
J'habite à ..
D
Bonjour....

Slide 8 - Quiz

Je m'appelle ...

Slide 9 - Open question

Welke zin gebruik je om te zeggen hoe oud je bent?
A
Je m'appelle ...
B
J'ai ... ans
C
J'habite à ...
D
Bonjour .....

Slide 10 - Quiz

J'ai ... ans
Vul je leeftijd in.

Slide 11 - Open question

Welke zin gebruik je om te zeggen waar je woont?

A
Je m'appelle ...
B
J'ai ... ans
C
J'habite à ...
D
Bonjour.....

Slide 12 - Quiz

J'habite à ...

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Wat is de eerste vraag die je altijd stelt tijdens het spelletje ''wie is het'' ?
A
Heeft hij/zij blonde haren?
B
Heeft hij/zij een hoed?
C
Is het een man/vrouw?
D
Heeft hij een snor?

Slide 15 - Quiz

C'est un garçon/une fille?
un garçon = een jongen
une fille = een meisje

Slide 16 - Slide

Il a  + ...?
les cheveux blonds/gris/roux/noir
les yeux bleus/marron/verts
une barbe/moustache
un chapeau
Als het een jongen (un garçon) is:

Slide 17 - Slide

Elle a  + ...?
les cheveux blonds/gris/roux/noir
les yeux bleus/marron/verts
un chapeau
Als het een meisje(une fille) is:

Slide 18 - Slide

Résumé
1. C'est un garçon/une fille?
2. Il/elle a + .....
  • les cheveux blonds/gris/roux/noir
  • les yeux bleus/marron/verts
  • une barbe/une moustache
  • un chapeau

Slide 19 - Slide

Qui est-ce?

Slide 20 - Slide

On va jouer !
Jikke heeft één persoon in haar hoofd.
Jullie gaan, in het Frans, op zoek naar wie deze persoon is.
Gebruik de Franse vragen en streep weg wie het NIET kan zijn.
Wie als eerste raad, wie het is, heeft gewonnen!

Slide 21 - Slide