De structuurwoorden van Franse zinnen ontleden

De structuurwoorden van Franse zinnen ontleden
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De structuurwoorden van Franse zinnen ontleden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je in 50 Franse zinnen de structuurwoorden vet afdrukken en hun functie benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de structuurwoorden in Franse zinnen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn structuurwoorden?
Structuurwoorden zijn woorden die de relatie tussen woorden in een zin aangeven, zoals voorzetsels, voegwoorden en bijwoorden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorzetsels
Voorzetsels geven de plaats, richting, tijd, oorzaak, middel, doel of bezit aan.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voegwoorden
Voegwoorden verbinden zinnen, alinea's en woorden met elkaar. Ze geven een relatie aan zoals oorzaak, gevolg, tegenstelling, etc.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bijwoorden
Bijwoorden geven aan hoe, waar, wanneer, in welke mate of waarom iets gebeurt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met 50 Franse zinnen
Geef de leerlingen een lijst met 50 Franse zinnen en vraag hen om de structuurwoorden vetgedrukt aan te geven en hun functie eronder te vermelden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Toepassing
Laat de leerlingen zelf zinnen bedenken en de structuurwoorden benoemen, om hun begrip te toetsen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Vat samen wat er vandaag is geleerd en benadruk het belang van het begrijpen van structuurwoorden in Franse zinnen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.