What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Di 28-02-2023 K3 L5
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
BR2G
Dienstag 28. Februar 2023
Slide 2 - Slide
die Planung
Weektaakcontrole
Overzicht leren toets
Wiederholen: A en B
Neu: Grammatik E
Aufgaben
Slide 3 - Slide
Weektaak controle
ff
Kapitel 3 Lektion 1 Aufgabe 15+16
Kapitel 3 Lektion 4 maken 9+10
Julie, Veerle vA, Nikkie, Casper, Daan, Wies, Douwe, Sara, Imme, Jorinde, Isabel, Tijn, Thijmen, Ila, Anne, Lieke,
Niet af --> boek?
Slide 4 - Slide
Grammaticatoets (2x)
Grammatik A + D zinsontleding S. 102, 103, 124
Grammatik B der-schema en (m)ein-schema S. 104, 105
Grammatik E de derde naamval S. 130, 131
werkwoordenlijst du - nl (nodig voor tekstbegrip)
Kapitel 2 Grammatik D S. 66/67 (de lidwoorden)
Week 10: vrijdag 10 maart, 2e uur
Slide 5 - Slide
Herhalen
Was weißt du noch?
zinsontleding
Slide 6 - Slide
Herhalen Grammatik A
1. Wat is het stappenplan voor zinsontleding?
2. In welke naamval staat het ow, mvw, lv?
Slide 7 - Slide
Hoe ontleed je een zin?
Stap 1:
wat is de pv/het werkwoord?
Stap 2:
wat is het
onderwerp
(1e naamval) in de zin?
--> je stelt dan de vraag: wie/wat+gezegde
Stap 3: wat is het
lijdend voorwerp
(4e naamval) in de zin?
--> je stelt dan de vraag: wie/wat+gezegde+onderwerp
Stap 4: wat is het
meewerkend voorwerp
(3e naamval) in de zin?
--> je stelt dan de vraag: aan/voor wie+gezegde+onderwerp + lijdend voorwerp
*Je gaat dus van de 1e naamval, naar de 4e naamval, naar de 3e naamval.
*Het meewerkend voorwerp (3e naamval) hoeft niet altijd in een zin te staan.
Slide 8 - Slide
Herhalen
Was weißt du noch?
Grammatik B
der schema
3 Fragen
Slide 9 - Slide
D_______ Sohn ist zwanzig Jahre alt.
Slide 10 - Open question
Dies_______ Lehrer ist streng.
Slide 11 - Open question
Der Lehrer grüßt d_______ Kinder (mv).
Slide 12 - Open question
B: der-schema
Naamval
Zinsdeel
m (der)
v (die)
o (das)
mv (die)
1e
ow
d
er
Mann
dies
er
Mann
welch
er
Mann
di
e
Frau
dies
e
Frau
welch
e
Frau
da
s
Kind
dies
es
Kind
welch
es
Kind
di
e
Kinder
dies
e
Kinder
welch
e
Kinder
4e
lv
d
en
Mann
dies
en
Mann
welch
en
Mann
di
e
Frau
dies
e
Frau
welch
e
Frau
da
s
Kind
dies
es
Kind
welch
es
Kind
di
e
Kinder
dies
e
Kinder
welch
e
Kinder
woorden die onder het 'der -schema' vallen:
der/die/das, dies- (dit/deze), jed-(elk/ieder), manch-(sommig), solch-(zulk), all- (all) en welch- (welk)
1: de 1e en 4e naamval is bij vrouwelijk, onzijdig en meervoud hetzelfde.
2: bij onzijdig veranderd de a --> e als het niet 'das' is.
Slide 13 - Slide
B: der-schema
Naamval
Zinsdeel
m (der)
v (die)
o (das)
mv (die)
1e
ow
d
er
Mann
dies
er
Mann
welch
er
Mann
di
e
Frau
dies
e
Frau
welch
e
Frau
da
s
Kind
dies
es
Kind
welch
es
Kind
di
e
Kinder
dies
e
Kinder
welch
e
Kinder
4e
lv
d
en
Mann
dies
en
Mann
welch
en
Mann
di
e
Frau
dies
e
Frau
welch
e
Frau
da
s
Kind
dies
es
Kind
welch
es
Kind
di
e
Kinder
dies
e
Kinder
welch
e
Kinder
Dit schema moet je toepassen i.c.m. zinsontleding
Bv. D_____ Katze ist braun.
Stap 1: bepalen welk geslacht het znw is. Katze=vrouwelijk
Stap 2: bepalen welke naamval het is, ow (1e) of lv (4e) hiervoor moet je ontleden.
--> wat is het ww? --> ist
--> wie/wat ist? --> D____ Katze, dus dit is het onderwerp
Stap 3: Aflezen schema --> 1e naamval vrouwelijk
Stap 4: Invullen: Die Katze
Slide 14 - Slide
Herhalen
Was weißt du noch?
Grammatik C
ein schema
3 Fragen
Slide 15 - Slide
Wo wohnen eur_______ Eltern?
Slide 16 - Open question
Ein____ Kellner(m) bringt
die Karte.
Slide 17 - Open question
Ich habe unser_______ Tickets vergessen!
Slide 18 - Open question
C: ein-schema
Naamval
Zinsdeel
m (ein)
v (eine)
o (ein)
mv (eine)
1e
ow
ein Mann
mein Mann
euer Mann
ein
e
Frau
mein
e
Frau
eur
e
Frau
ein Kind
mein Kind
euer Kind
kein
e
Kinder
mein
e
Kinder
eur
e
Kinder
4e
lv
ein
en
Mann
mein
en
Mann
eur
en
Mann
ein
e
Frau
mein
e
Frau
eur
e
Frau
ein Kind
mein Kind
euer
Kind
kein
e
Kinder
mein
e
Kinder
eur
e
Kinder
woorden die onder het 'ein -schema' vallen:
ein-(een), kein- (geen), mein-(mijn), dein-(jouw), sein-(zijn), ihr- (haar), unser- (ons), euer/eure (), ihr- (j), Ihr- (uw)
1: de 1e en 4e naamval is bij vrouwelijk, onzijdig en meervoud hetzelfde.
2: Bij de 1e naamval mannelijk en 1e en 4e naamval onzijdig komt er
niks
achter.
3: alle bezittelijke voornaamwoorden vallen onder dit schema.
Slide 19 - Slide
C: ein-schema
Dit schema moet je toepassen i.c.m. zinsontleding
Bv. Ein_____ Katze ist braun.
Stap 1: bepalen welk geslacht het znw is. Katze=vrouwelijk
Stap 2: bepalen welke naamval het is, ow (1e) of lv (4e) hiervoor moet je ontleden.
--> wat is het ww? --> ist
--> wie/wat ist? --> Ein____ Katze, dus dit is het onderwerp
Stap 3: Aflezen schema --> 1e naamval vrouwelijk
Stap 4: Invullen: Eine Katze
Naamval
Zinsdeel
m (ein)
v (eine)
o (ein)
mv (eine)
1e
ow
ein Mann
mein Mann
euer Mann
ein
e
Frau
mein
e
Frau
eur
e
Frau
ein Kind
mein Kind
euer Kind
kein
e
Kinder
mein
e
Kinder
eur
e
Kinder
4e
lv
ein
en
Mann
mein
en
Mann
eur
en
Mann
ein
e
Frau
mein
e
Frau
eur
e
Frau
ein Kind
mein Kind
euer
Kind
kein
e
Kinder
mein
e
Kinder
eur
e
Kinder
Slide 20 - Slide
Grammatik E
3e naamval
Slide 21 - Slide
B: der-schema
Naamval
Zinsdeel
m (der)
v (die)
o (das)
mv (die)
1e
ow
d
er
Mann
dies
er
Mann
welch
er
Mann
di
e
Frau
dies
e
Frau
welch
e
Frau
da
s
Kind
dies
es
Kind
welch
es
Kind
di
e
Kinder
dies
e
Kinder
welch
e
Kinder
3e
mvw
d
em
Mann
dies
em
Mann
welch
em
Mann
d
er
Frau
dies
er
Frau
welch
er
Frau
d
em
Kind
dies
em
Kind
welch
em
Kind
d
en
Kinder
n
dies
en
Kinder
n
welch
en
Kinder
n
4e
lv
d
en
Mann
dies
en
Mann
welch
en
Mann
di
e
Frau
dies
e
Frau
welch
e
Frau
da
s
Kind
dies
es
Kind
welch
es
Kind
di
e
Kinder
dies
e
Kinder
welch
e
Kinder
woorden die onder het 'der -schema' vallen:
der/die/das, dies- (dit/deze), jed-(elk/ieder), manch-(sommig), solch-(zulk), all- (all) en welch- (welk)
1: de 1e en 4e naamval is bij vrouwelijk, onzijdig en meervoud hetzelfde.
2: bij onzijdig veranderd de a --> e als het niet 'das' is.
Slide 22 - Slide
C: ein-schema
Naamval
Zinsdeel
m (ein)
v (eine)
o (ein)
mv (eine)
1e
ow
ein Mann
mein Mann
euer Mann
ein
e
Frau
mein
e
Frau
eur
e
Frau
ein Kind
mein Kind
euer Kind
kein
e
Kinder
mein
e
Kinder
eur
e
Kinder
3e
mvw
ein
em
Mann
mein
em
Mann
eur
em
Mann
ein
er
Frau
mein
er
Frau
eur
er
Frau
ein
em
Kind
mein
em
Kind
eur
em
Kind
kein
en
Kinder
n
mein
en
Kinder
n
eur
en
Kinder
n
4e
lv
ein
en
Mann
mein
en
Mann
eur
en
Mann
ein
e
Frau
mein
e
Frau
eur
e
Frau
ein Kind
mein Kind
euer
Kind
kein
e
Kinder
mein
e
Kinder
eur
e
Kinder
woorden die onder het 'ein -schema' vallen:
ein-(een), kein- (geen), mein-(mijn), dein-(jouw), sein-(zijn), ihr- (haar), unser- (ons), euer/eure (), ihr- (j), Ihr- (uw)
1: de 1e en 4e naamval is bij vrouwelijk, onzijdig en meervoud hetzelfde.
2: Bij de 1e naamval mannelijk en 1e en 4e naamval onzijdig komt er
niks
achter.
3: alle bezittelijke voornaamwoorden vallen onder dit schema.
Slide 23 - Slide
Samen oefenen
1. Hast du dein Hund schon dein____ Vater gezeigt?
2. Habt ihr eur______ Rucksäcken dabei?
3. Ich möchte dieses Buch mein_____ Onkel zum Geburtstag schenken.
4. Ich habe mein_____ Oma Blumen gegeben.
5. Hast du unser_______ Kindern die Geschichte erzählt?
Slide 24 - Slide
Aufgaben machen
opdrachten maken
Wa
s (wat
)?
Kapitel 3 Lektion 5 Aufgabe 10 t/m 13
Blaadje zinsontleding
Wie (hoe)?
Online of boek
Hilfe (hulp)?
Buren, docent
Zeit (tijd)? 13:20
Fertig (klaar)? leren
An die Arbeit!
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Ma 27-02-2023 K3 L5
February 2023
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Di 14-02-2023 K3 L1/4
February 2023
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Do 16-02-2023 K3 L1/4
February 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Vr 10-02-2023 K3 L1
February 2023
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Ma 13-02-2023 K3 L1/4
February 2023
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
4TL periode 1 les 18 und 19
October 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinsontleding Kapitel 3 Lektion 1 2Havo
March 2023
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ma 19-12-22 3.5
December 2022
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3