What: Luister naar de voorgelezen tekst of ga zelfstandig de tekst lezen. Maar hierna opdrachten 20, 21 en 22.
How: Zelfstandig of in tweetallen. Houd het stoplicht in de gaten voor praatniveau.
Tijdens het voorlezen in het stil.
Help: Eerst zelfstandig. Vraag daarna je buurman/buurvrouw. Kom je er nog niet uit? Vraag dan de docent vooraan in het lokaal.
Time: 15 minuten. Klaar? Wacht op de docent voor verdere instructies.