What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4 Herhaling + uitleg Toetsweekstof Deel 2
H4
Algemene herhaling
Toetsweek stof periode 1
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H4
Algemene herhaling
Toetsweek stof periode 1
Slide 1 - Slide
Samenvatting
3. mannelijk: der
mensen, dieren
dagen
seizoenen
maanden
een = ein
meervoud = die
2. vrouwelijk: die
mensen, dieren
meeste op -e
alle op -heit, -keit, -schaft, -ung
een = ein
e
meervoud = die
1. onzijdig: das
alles op -chen (=verkleinwoordje)
meeste het-woorden
een = ein
meervoud = die
Slide 2 - Slide
Bestellung
1/3
A
der
B
die
C
das
Slide 3 - Quiz
Spinne
2/3
A
der
B
die
C
das
Slide 4 - Quiz
Verantwortlichkeit
3/3
A
der
B
die
C
das
Slide 5 - Quiz
Tier
6/8
A
der
B
die
C
das
Slide 6 - Quiz
1-4e naamval - herhaling
Onderwerp
: 1e naamval
-> wie/wat + alle werkwoorden?
Lijdendvoorwerp
: 4e naamval
-> wie/wat + ond. + alle werkw.?
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
4e
de
n
/ ein
en
die / eine
das / ein
die / keine
Slide 7 - Slide
Wir sehen draußen (d_____) kleinen Bruder auf ein Fatbike.
1/7
A
der
B
die
C
den
D
dem
Slide 8 - Quiz
Hast du (mijn) Geld gesehen?
2/7
A
mein
B
meine
C
meiner
D
meinen
Slide 9 - Quiz
Mein Bruder hat (de) neuen PS5(m) verkauft. Er spielt nur noch mit Star Wars Lego
3/7
A
der
B
die
C
dem
D
den
Slide 10 - Quiz
Morgen besuchen (mijn) Kinder (de) Oma(v).
4/7
uitleg/antwoord
A
meine / die
B
mein/ der
C
meiner/ die
D
meine, den
Slide 11 - Quiz
Wir haben(de) Serie(v) "How to Sell Drugs Fast" seit vorige Woche nicht mehr gesehen.
5/7
uitleg/antwoord
A
der
B
das
C
die
D
den
Slide 12 - Quiz
(De)Prüfungswoche ist
(de) schönste Woche im Schuljahr.
6/7
uitleg/antwoord
A
Der / die
B
Den / die
C
Der / die
D
Die / die
Slide 13 - Quiz
Mehmet sagt gegen sein______Mitschulerin: "hör auf mit der Schule"
7/7
A
sein
B
seine
C
seiner
D
seinem
Slide 14 - Quiz
Voorzetsels
Voorzetsels met de 4e naamval
:
durch
- door
für
- voor
gegen
- tegen
ohne
- zonder
um
- om
bis
- tot
entlang
- langs
Ich habe das
(voor mijn)
Mutter gemacht.
für +4 v =
meine Mutter
Slide 15 - Slide
Voorzetsels
Voorzetsels met de 3e naamval
:
aus -
uit
bei -
bij
mit -
met
nach -
na
seit -
sinds
von -
van
zu -
naar
Ich habe mit dem Vater gesurft.
mit +3 v =
dem Vater
Slide 16 - Slide
4e naamval
3e naamval
nach
aus
gegen
von
um
seit
für
mit
ohne
zu
durch
bei
Slide 17 - Drag question
Slide 18 - Slide
(de) Bruder hat (voor het) Schule
(de) Geld ausgegeben.
1/5
Slide 19 - Open question
Ja, (die) Schule ist hier (om de) Ecke.
2/5
Slide 20 - Open question
Hat (de) Lehrerin (de) Aufgabe gut erklärt?
3/5
Slide 21 - Open question
(Het) Buch (voor de) Tochter ist sehr spannend.
4/5
Slide 22 - Open question
(zonder mijn) Freundin finde ich (het) Spiel (tegen de) Freund nicht toll.
5/5
Slide 23 - Open question
More lessons like this
H4 Herhaling + uitleg Toetsweekstof Deel 2
October 2023
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Algemene herhaling naamvallen 1-4
September 2024
- Lesson with
52 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Algemene herhaling naamvallen 1-4
September 2023
- Lesson with
47 slides
Kapitel 1 Samenvatting
October 2024
- Lesson with
43 slides
Naamvallen: 4e en 3e naamval vaste voorzetsels
September 2023
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Ein-Gruppe 4 havo
June 2022
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Klas 2 H les 2 week 20 schooljaar 2021/22
May 2022
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2