Zintuigen basisstof 3

Startopdracht
Schrijf in je schrift de blauwe woorden op van 9.3
Schrijf daarachter de betekenis
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht
Schrijf in je schrift de blauwe woorden op van 9.3
Schrijf daarachter de betekenis
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 9: Zintuigen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
-Je kunt aangeven waar de zintuigen in je huid liggen en op welke prikkels deze zintuigen reageren.
-Je kunt aangeven waar het reukzintuig en smaakzintuig ligt en op welke prikkel(s) dit zintuig reageert.


Slide 3 - Slide

Voelen
tastzintuig:  je kunt lichte aanraking voelen
drukzintuig:  je voelt druk als er hard op de huid wordt geduwd
koude zintuig: reageert wanneer je huid in aanraking komt met iets wat kouder is dan je huid
warmtezintuig: reageert wanneer je huid in aanraking komt met iets wat warmer is dan je huid
pijnpunt (pijnzintuig): Losse uiteinden van zenuwen








Slide 4 - Slide

Ruiken
-reukzintuig reageert op de prikken: geur
-geur wordt opgevangen door de
reukharen in het neusslijmvlies
-reukharen zitten vast aan
zintuigcellen

Slide 5 - Slide

Proeven
-Smaakpapillen (kleine bultjes)
-Aan de zijkant van smaakpapillen --> smaakknopjes
-5 verschillende smaakknopjes: zoet, zout, zuur, bitter en umami (hartig)
-Andere smaken --> reukzintuig

Slide 6 - Slide

Waarnemingen omschrijven
 Omschrijven zoals de feiten zijn (zonder je mening te geven) = objectief.  Bijv. ‘Suiker is zoet’.

Beschrijven met een mening noem je subjectief. Bijv. ‘Een frietje ruikt lekker’. 


Bij practica moet je waarnemingen meestal objectief beschrijven. Je telt bijvoorbeeld het aantal luchtbelletjes of je meet de reactietijd. Bij waarnemingen van zintuigen kan dat niet altijd. Dat komt doordat deze waarnemingen beïnvloed worden door de omstandigheden. Of iets voor jou warm of koud voelt, hangt bijvoorbeeld af van de ruimte waarin je hiervoor was, van de kleding die je draagt en of je moe bent of niet.

Slide 7 - Slide

Aan het werk

Maak basisstof 9.3: opdracht 1 + 2 + 5 + 6















Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video