5.1 Leenheren en leenmannen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

5.1 Leenheren en leenmannen

Planning van deze les

Woensdag:

• Introductie Hoofdstuk 5 (monniken en ridders)
• Kijken video over Karel de Grote

Vrijdag:

• Introductievragen (3)
• Uitleg 5.1
• Maken opgaven 5.1  1 t/m 7 (huiswerk voor 20 mei)

Doelen van deze week

Aan het einde van deze week weet je...

• hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk.
  
• op welke manier Karel zijn rijk bestuurde.
  
• hoe politieke verdeeldheid ontstond na Karels dood.
  
• waardoor in Europa onveiligheid ontstond en welke gevolgen dit had.
  
• welke plaats ridders hadden in de samenleving.

1. Welke jaartallen passen bij tijdvak 3 Monniken en Ridders?

1. 0-500
2. 0-1000
3. 500-1000
4. 500-1500

2. Welk volk/land was het machtigst in de Vroege Middeleeuwen?

1. West-Romeinen
2. Friezen
3. Saksen
4. Franken

3. Karel de Grote

Planning van deze les

Woensdag:

• Introductie Hoofdstuk 5 (monniken en ridders)
• Kijken video over Karel de Grote

Vrijdag:

• Introductievragen (3)
• Uitleg 5.1 Leenheren en leenmannen
• Maken opgaven 5.1  1 t/m 7 (huiswerk voor 20 mei)

De Franken

• Germaans volk.
• Christelijk  geloof.
• Zagen zichzelf als de opvolgers van de Romeinen.
• Bekendste leider: Karel de Grote

Lastig te besturen rijk

• Romeinse wegen zijn vervallen
• Steden zijn leeg
• Weinig handel in het rijk 
• Rijk is te groot om vanaf één plek te regeren.
• Bouwde veel paltsen

Een Palts (verblijfplaats) van Karel de Grote zodat hij door het rijk kon rondreizen

Karel de Grote's manier van besturen

• Liet gezag zien door rond te reizen van Palts naar Palts.
• Bestuurde rijk met hulp van hertogen en graven. 
• Dat zijn hoge edelmannen.

'Frankische Rijk'

Leenman

A

Leenman

B

Leenman

C

Leenman

D

Leenman

E

Leenman

F

Leenman

G

Leenman

H

Leenman

I

FEODALISME

=

LEENSTELSEL

Leenheer

Leenman

...............................................................

..........................................

5.1 

Leenheren en leenmannen

FEODALISME

=

LEENSTELSEL

FEODALISME

=

LEENSTELSEL

Het Rijk van de Karolingen valt uiteen

Het rijk valt uiteen

Na de dood van Karel de Grote viel het rijk snel uiteen.

Lodewijk de Vrome volgde Karel op en diens zonen kregen ruzie over de verdeling van de erfenis. 843 n. Chr. sloten zij een verdrag en verdeelden het rijk onder elkaar. (Het West-Frankische Rijk, het Oost-Frankische Rijk en het Middenrijk)

Snel waren de Karolingen niet meer aan de macht, maar andere koningen.

Groeiende chaos

De nieuwe koningen hadden niet zo veel macht. De koningen na de Karolingen werden door andere edelen gekozen. Hertogen en graven konden hun eigen gang gaan, ze regeerden hertogdommen en graafschappen (zelfstandig).

Roofheren en roofridders werden rond 1000 n. Chr. belangrijk. 

Nieuwe invallers

Noormannen, Hongaren en Saraceense zeerovers!

Zwakke nakomelingen van Karel de Grote konden weinig uitrichten!

Planning van deze les

Woensdag:

• Introductie Hoofdstuk 5 (monniken en ridders)
• Kijken video over Karel de Grote

Vrijdag:

• Introductievragen (3)
• Uitleg 5.1
• Maken opgaven 5.1  1 t/m 7 (huiswerk voor 20 mei)