Brief 1 Schule H4 eignet sich für Online-Unterricht

Brief: Schule
Je krijgt het e-mail adres van een uitwisselingsstudent en je schrijft een eerste brief. 
Deze bestaat uit minimaal 100 woorden. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Brief: Schule
Je krijgt het e-mail adres van een uitwisselingsstudent en je schrijft een eerste brief. 
Deze bestaat uit minimaal 100 woorden. 

Slide 1 - Slide

Brief: Schule
  1. Schrijf dat je het leuk vindt om (naam persoon aan wie je brief richt) te leren kennen.
  2. Zeg dat je in de 3e klas zit van de havo en dat er 25 leerlingen in jouw klas zitten.
  3. Je vertelt dat je voor de kerstvakantie je rapport hebt gekregen en dat je goede cijfers hebt.
  4. Vraag aan je maatje hoe zijn/haar rapport was.
  5. Je geeft aan dat je elke dag veel tijd aan je huiswerk besteedt en dat je voor Engels altijd goede cijfers hebt. 
  6. Je zegt dat je goed bent in vreemde talen en dat dit ook je lievelingsvakken zijn.
  7. Aardrijkskunde vind je erg belangrijk maar ook moeilijk.
  8. Schrijf dat je nu moet moet stoppen omdat je moet leren voor een mondeling voor morgen.
  9. Je zegt dat je hoopt dat je maatje je snel terug schrijft.
  10. Je sluit de brief op een correcte manier af.

Slide 2 - Slide

1. Schrijf dat je het leuk vindt om (naam persoon aan wie je brief richt) te leren kennen.

Slide 3 - Open question

1. Beispielsätze
  • Schrijf dat je het leuk vindt om (naam persoon aan wie je brief richt) te leren kennen.
  • Es freut mich, dich kennenzulernen / Ich freue mich, dich kennenzulernen



Slide 4 - Slide

2. Zeg dat je in de 4e klas zit van de havo en dat er 25 leerlingen in jouw klas zitten.

Slide 5 - Open question

2. Beispielsätze
  • Zeg dat je in de 4e klas zit van de havo / vwo en dat er 25 leerlingen in jouw klas zitten.
  • Ich gehe in die 10. Klasse der Realschule /des Gymnasiums und es gibt 25 Schüler in meiner Klasse.
  • Ich bin in der 10. Klasse ...... und wir haben ......

Slide 6 - Slide

3. Je vertelt dat je voor de kerstvakantie je rapport hebt gekregen en dat je goede cijfers hebt.

Slide 7 - Open question

3. Beispielsätze
  • Je vertelt dat je voor de kerstvakantie je rapport hebt gekregen en dat je goede cijfers hebt.
  • Vor den Weihnachtsferien habe ich mein Zeugnis bekommen und meine Noten sind gut! 

Slide 8 - Slide

4. Vraag aan je maatje hoe zijn/haar rapport was.

Slide 9 - Open question

4. Beispielsätze
  • Vraag aan je maatje hoe zijn/haar rapport was.
  • Wie war/ist dein Zeugnis? 
  • Hast du auch dein Zeugnis bekommen? Und wenn ja, wie waren deine Noten?

Slide 10 - Slide

5. Je geeft aan dat je elke dag veel tijd aan je huiswerk besteedt en dat je voor Engels altijd goede cijfers hebt.

Slide 11 - Open question

5. Beispielsätze
  • Je geeft aan dat je elke dag veel tijd aan je huiswerk besteedt en dat je voor Engels altijd goede cijfers hebt. 
  • Ich verwende jeden Tag viel Zeit auf meine Hausaufgaben und ich habe in Englisch immer gute Noten. 

Slide 12 - Slide

6. Je zegt dat je goed bent in vreemde talen en dat dit ook je lievelingsvakken zijn.

Slide 13 - Open question

6. Beispielsätze
  • Je zegt dat je goed bent in vreemde talen en dat dit ook je lievelingsvakken zijn.
  • Fremdsprachen sind meine Stärke und sie sind auch meine Lieblingsfächer.

Slide 14 - Slide

7. Aardrijkskunde vind je erg belangrijk maar ook moeilijk.

Slide 15 - Open question

7. Beispielsätze
  • Aardrijkskunde vind je erg belangrijk maar ook moeilijk.
  • Erdkunde finde ich ein sehr wichtiges Fach / finde ich sehr wichtig, aber (zugleich) auch schwierig.


Slide 16 - Slide

8. Schrijf dat je nu moet moet stoppen omdat je moet leren voor een mondeling voor morgen.

Slide 17 - Open question

8. Beispielsätze
  1. Schrijf dat je nu moet moet stoppen omdat je moet leren voor een mondeling voor morgen.
  2. Ich muss jetzt aufhören, weil ich (noch) für eine mündliche Prüfung für morgen (noch) lernen muss.

Slide 18 - Slide

9. Je zegt dat je hoopt dat je maatje je snel terug schrijft.

Slide 19 - Open question

9. Beispielsätze
  • Je zegt dat je hoopt dat je maatje je snel terug schrijft.
  • Ich hoffe, du schreibst mir schnell zurück / ich hoffe, dass du mir schnell zurückschreibst.

Slide 20 - Slide

10. Je sluit de brief op een correcte manier af.

Slide 21 - Open question

10. Beispielsätze
  • Je sluit de brief op een correcte manier af.
  • Ich wünsche dir einen schönen Tag. 
  • Alles Gute und Liebe
  • Dorien Wellen

Slide 22 - Slide

Tipps
  • für / vor
  • tijd aan huiswerk: Zeit verbringen
  • ik hoop dat: ich hoffe, dass/das
  • ik moet stoppen: halten/aufhören
  • [...], weil ich (habe) morgen eine mündliche Prüfung (habe)
  • [...], weil ich muss üben für eine mündliche Prüfung.
  • [...], weil ich für eine mündliche Prüfung üben muss. 
  • er zijn 25 leerlingen: er sind...
  • goede cijfers voor engels: für/in Englisch
  • ich finde es sehr toll, um dich kennenzulernen / ich finde es sehr toll, dich kennenzulernen 

Slide 23 - Slide