Les 4. Examentraining zintuigen

Iemand wordt 's morgens vroeg wakker in zijn donkere slaapkamer. Hij doet het licht aan, terwijl hij nog slaperig voor zich uit staart. Over de veranderingen in de pupillen van zijn ogen in deze situatie worden vier beweringen gedaan.
1. De kringspieren in de irissen van zijn ogen trekken samen.
2. De kringspieren in de straalvormige lichamen van zijn ogen ontspannen.
3. De straalsgewijs verlopende spieren in de irissen van zijn ogen trekken samen.
4. De straalsgewijs verlopende spieren in de straalvormige lichamen van zijn ogen trekken samen.
Welke bewering is juist?
A
bewering 1
B
bewering 2
C
bewering 3
D
bewering 4
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Iemand wordt 's morgens vroeg wakker in zijn donkere slaapkamer. Hij doet het licht aan, terwijl hij nog slaperig voor zich uit staart. Over de veranderingen in de pupillen van zijn ogen in deze situatie worden vier beweringen gedaan.
1. De kringspieren in de irissen van zijn ogen trekken samen.
2. De kringspieren in de straalvormige lichamen van zijn ogen ontspannen.
3. De straalsgewijs verlopende spieren in de irissen van zijn ogen trekken samen.
4. De straalsgewijs verlopende spieren in de straalvormige lichamen van zijn ogen trekken samen.
Welke bewering is juist?
A
bewering 1
B
bewering 2
C
bewering 3
D
bewering 4

Slide 1 - Quiz

Tijdens een dropping word je op een zeer donkere avond in een geblindeerde bus vervoerd naar een plek buiten de stad. In een poging de richting te bepalen waarin je zult gaan lopen om uiteindelijk weer terug te komen bij het vertrekpunt, tuur je de omgeving af op zoek naar een lichtpuntje. Op een gegeven ogenblik zie je een zeer zwak lichtpunt. Bij je poging dit lichtpunt te fixeren, verdwijnt het steeds. Wanneer je in een richting kijkt iets terzijde van het lichtpunt, zie je het wél. Leg uit waardoor het lichtpunt verdwijnt wanneer je het probeert te fixeren en waardoor je het lichtpunt wel ziet wanneer je ernaast kijkt.

Slide 2 - Open question

Als binnenshuis een foto gemaakt wordt met gebruik van een flitser, hebben de mensen op de afdruk vaak rode ogen. Het rood van de ogen op de foto is het gevolg van de terugkaatsing van het flitslicht tegen de binnenkant van de oogbollen. Zie afbeelding.

Door welk van de aangegeven delen wordt de rode kleur van het weerkaatste licht veroorzaakt?
A
door de bloedvaten tegen het netvlies
B
door de iris
C
door de pigmentlaag
D
door het hoornvlies

Slide 3 - Quiz

Sommige fototoestellen geven vlak voor het maken van de opname een extra flits. Daarna wordt nogmaals geflitst en gelijktijdig de foto gemaakt.

Leg uit waardoor er dan minder kans is dat de ogen op de foto er rood uitzien. (2p)

Slide 4 - Open question

De ziekte van Alzheimer is een vorm van ouderdomsdementie. Amerikaanse onderzoekers hebben onlangs een test beschreven waarmee de ziekte van Alzheimer kan worden vastgesteld. Ze druppelen tropicamide in een oog van de te onderzoeken persoon. Bij Alzheimerpatiënten leidt dit tot een aanzienlijk grotere verwijding van de pupil dan bij andere mensen. Tropicamide wordt gewoonlijk toegepast door oogartsen die via de pupil het netvlies willen bekijken.

De wijdte van de pupil wordt geregeld via de pupilreflex.
Waardoor wordt de pupil verwijd?
A
door het samentrekken van de kringspier in de iris
B
door het samentrekken van de kringspier in het straalvormig lichaam
C
door het samentrekken van de straalsgewijs verlopende spier in de iris

Slide 5 - Quiz

Welke prikkel leidt onder normale omstandigheden tot het verwijden van de pupil?
A
een onscherp beeld in de iris
B
een onscherp beeld op het netvlies
C
te weinig licht op de iris
D
te weinig licht op het netvlies

Slide 6 - Quiz

Bij veel mensen is één oog 'dominant' over het andere oog. Dat wil zeggen: bij het kijken met beide ogen wordt het beeld dat je ziet het meeste bepaald door het dominante oog. Jurriën kijkt met beide ogen naar een kerktoren in de verte. Hij steekt zijn duim op en houdt die op een denkbeeldige lijn tussen zijn ogen en de kerktoren. Vervolgens sluit hij zijn rechteroog. De duim lijkt als het ware naast de kerktoren te springen. Als hij zijn linkeroog sluit, verspringt de duim niet. Welk oog is dominant bij Jurriën?
A
linker oog
B
rechter oog
C
te weinig licht op de iris
D
te weinig licht op het netvlies

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Leg uit waardoor scheelzien een lui oog kan veroorzaken.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

In het dagelijks leven ondervond Ben hinder van zijn amblyopie. Zelf naar school fietsen was bijvoorbeeld gevaarlijker.

Waardoor veroorzaakt amblyopie hinder bij deelname aan het verkeer (1p)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

geef hier je antwoord
A
Alleen het inkorten van beide binnenste oogspieren
B
Alleen het verlengen van beide binnenste oogspieren
C
het inkorten van de binnenste zijdelingse oogspier en het verlengen van de buitenste bij één oog
D
het inkorten van de buitenste zijdelingse oogspier en het verlengen van de binnenste bij één oog

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Geef hier je antwoord
A
brillenglas is convergerend, scherp beeld valt voor het netvlies
B
brillenglas is convergerend, scherp beeld valt achter het netvlies
C
brillenglas is divergerend scherp beeld valt voor het netvlies
D
brillenglas is divergerend, scherp beeld valt achter het netvlies

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Geef hier antwoord op de vorige vraag
A
14%
B
29%
C
37%
D
71%

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Geef hier antwoord op de vorige vraag
A
Ze zijn sterker convergerend dan aan het begin
B
Ze zijn minder convergerend dan aan het begin
C
Ze zijn sterker divergerend dan aan het begin
D
Ze zijn minder divergerend dan aan het begin

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

- Hoe zal de proefopzet zijn geweest om vast te stellen of rood-groen kleurenblinden beter in staat zijn om verschillende tinten kaki te zien?
- Welk resultaat zal de hypothese van Mollon bevestigen?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Geef hier je antwoord op de vorige vraag

Slide 25 - Open question