3KL All Right - Unit 3 (lesson 5)

Instructie
Tijdens deze les gaan wij jouw kennis van het hoofdstuk testen. Dit doen wij op verschillende punten (woordjes, lezen en luisteren).

Bij de volgende opdracht staan er zinnen met een woord tussen (haakjes). 
Wat betekent het woord tussen de haakjes?
Klik het juiste antwoord aan.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Instructie
Tijdens deze les gaan wij jouw kennis van het hoofdstuk testen. Dit doen wij op verschillende punten (woordjes, lezen en luisteren).

Bij de volgende opdracht staan er zinnen met een woord tussen (haakjes). 
Wat betekent het woord tussen de haakjes?
Klik het juiste antwoord aan.

Slide 1 - Slide

He is a caretaker of this school. (caretaker)
A
deksel
B
conciërge
C
monteur
D
werknemer

Slide 2 - Quiz

Don't forget the cutlery! (cutlery)
A
servet
B
beker
C
bestek
D
toonbank

Slide 3 - Quiz

You can enter the water from there. (enter)
A
inspringen
B
ingaan
C
drinken
D
uitklimmen

Slide 4 - Quiz

Put the money in the slot. (slot)
A
sleuf
B
brievenbus
C
ingang
D
spaarvarken

Slide 5 - Quiz

You can throw away the garbage bag. It's full. (garbage bag)
A
vuilnisbak
B
prullenmand
C
vuilniszak
D
papierbak

Slide 6 - Quiz

8

Slide 7 - Video

00:26
Hoeveel huisbranden zijn er ongeveer per jaar? (cijfers)

Slide 8 - Open question

00:41
Hoeveel Amerikanen sterven er jaarlijks door elektrocutie?

Slide 9 - Open question

01:01
wat moet je doen voordat je een gloeilamp vervangt?
A
hoofdschakelaar uitzetten
B
schakelaar uitzetten
C
plastic handschoenen dragen
D
je handen nat maken

Slide 10 - Quiz

01:10
wat mag je vooral niet in de buurt van elektronische apparaten zetten?
A
water
B
kachels
C
elektrische draden
D
game consoles

Slide 11 - Quiz

01:23
wat is een "plug"?
A
bestek
B
schroevendraaier
C
stekker
D
stopcontact

Slide 12 - Quiz

01:46
Wat kun je ruiken als er teveel stekkers in een verleng doos zitten.
A
verkleurde contactdozen
B
knetter geluiden
C
smeltende rubber
D
brand

Slide 13 - Quiz

02:04
Welk nummer bel je voor de hulpdiensten?
A
112
B
911
C
999
D
119

Slide 14 - Quiz

02:21
Wat kun je het beste niet doen als het buiten onweert?

Slide 15 - Open question

Welke nieuwe woorden
heb je geleerd (video)?

Slide 16 - Mind map

Volgende opdracht
Tijdens de volgende opdracht heb je een leestekst om te lezen. 
Over deze tekst krijg je vragen. 
Deze vragen kunnen gesloten (waar/niet waar) of open (eigen antwoord invullen) zijn. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat voor een tekst is het?
A
instructies
B
advertenties
C
aantekeningen
D
nieuws

Slide 19 - Quiz

De tekst gaat over....
A
wildwater varen
B
zwemwedstrijden
C
reddingsboten
D
veiligheid in het water

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het woord "protection" in deze tekst?
A
zolen
B
bescherming
C
schoenen
D
veiligheid

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Deze tekst gaat over...
A
wieler wedstrijden
B
mountainbiken
C
fietsen repareren
D
fietsen stelen

Slide 23 - Quiz

Sunscreen
Lifeguard
Drown
Rollercoaster
Lonely
Helmet
Plaats de woorden die links staan in de tabel. Zet de juiste vertaling achter elk woord.
zonnebrand
strandwacht
verdrinken
achtbaan
eenzaam
helm

Slide 24 - Drag question