4BBl/KBL/GTL - Hoofdstuk 2: Paragraaf 7

Paragraaf 7: Migratie in Nederland en Duitsland
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 7: Migratie in Nederland en Duitsland

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt beschrijven welke groepen migranten naar NL en DE gaan.

- Je kunt binnenlandse migratie in NL en DE beschrijven en verklaren

Slide 2 - Slide

Migratie (1)
Migratie is het verhuizen van de ene naar de andere woonplaats.

Van eigen land weggaan naar een ander is emigratie.

Als je binnenkomt in een land om er te wonen, dan is het immigratie.

Slide 3 - Slide

Migratie (2)
De verandering van aantal inwoners in een gebied, noem je sociale bevolkingsgroei.*


Geboorte, sterfte = Natuurlijke bevolkingsgroei
Immigratie, emigratie = Sociale bevolkingsgroei*

Slide 4 - Slide

Migratie (3)
Elk persoon heeft migratiemotieven = reden om te migreren

Aantrekkingsfactoren
= reden naar een gebied te verhuizen

Afstotingsfactoren
= reden om van een gebied weg te verhuizen

Slide 5 - Slide

Immigratie NL & DE (1)
Sinds 1950 verschillende soorten immigratie:

-1960-1975: economie NL & DE groeit snel, veel gastarbeiders nodig.

-eind 1970: gastarbeiders Zuid-Europa terug naar huis --> Remigratie

Slide 6 - Slide

Immigratie NL & DE (2)
Gastarbeiders van Marokko en Turkije blijven --> Gezinshereniging

-vanaf 1990 verschillende oorlogen --> veel vluchtelingen

- vanaf 2007: inwoners nieuwe EU-lidstaten mogen overal wonen-werken. Veel Poolse arbeiders.

Slide 7 - Slide

Immigratie NL & DE (3)
*- Nederlandse koloniën onafhankelijk --> veel Surinaamse, Antilliaanse, Indonesische immigranten*

Duitsland had dit niet...


Slide 8 - Slide

Sociale gevolgen (1)
Taal- en cultuurverschillen hinderen integratie

= Het proces waarbij immigranten zich aanpassen aan de samenleving waar ze naartoe zijn verhuisd.

Slide 9 - Slide

Sociale gevolgen (2)
Integratie is lastig,
daardoor vaak moeilijk aanpassen.
Gevolg:

- Slecht/geen onderwijs
- Lagere baan
= Sociale ongelijkheid

Slide 10 - Slide

Sociale gevolgen (3)
Door verschil arm en rijk, krijg je segregatie.

Verschillen in cultuur en welvaart verslechteren sociale verhoudingen

Slide 11 - Slide