Les 2 Fictie A - Ontwikkeling hoofdpersoon

Vandaag
Beginnen we met 5 minuten lezen.
Leer je de basis van fictie. 
Ga je zelfstandig aan het werk. 


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Vandaag
Beginnen we met 5 minuten lezen.
Leer je de basis van fictie. 
Ga je zelfstandig aan het werk. 


Slide 1 - Slide

Onderwerpen
  1. Wat is fictie?
  2. Beoordelen / beoordelingswoorden
  3. Genre
  4. Hoofd- en bijpersonen

Slide 2 - Slide

Wat is fictie?

Slide 3 - Mind map

Wat is fictie?
  • Verzonnen werkelijkheid;
  • Boeken, strips, films en gedichten;
  • Gebeurtenissen en hoofdpersonen zijn bedacht.
  • Doel: amuseren

Slide 4 - Slide

Zakelijke tekst
  • Teksten in schoolboeken en  kranten zijn meestal geen fictie
  • Doel: informeren

Slide 5 - Slide

Beoordelen
  • Bij een boekverslag/boekenpitch moet je vaak vertellen wat je vindt van een boek.
  • Hier kun je beoordelingswoorden voor gebruiken.

Slide 6 - Slide

Beoordelen


Welke beoordelingswoorden om een boek te beoordelen weet je nog?

Slide 7 - Slide

beoordelingswoorden

Slide 8 - Mind map

Wat is een genre?
  • Categorie;
  • Tot een genre behoren boeken met een aantal gemeenschappelijke kenmerken.
  • Bijvoorbeeld: oorlog, liefde, historie(geschiedenis)

Slide 9 - Slide

Hoofd- en bijpersonen
  • Niet alle personages zijn even belangrijk in het verhaal.
  • Denk maar aan je eigen favoriete televisieserie.

Slide 10 - Slide

Hoofdpersonen
  • De belangrijkste persoon in het verhaal.
  • Je komt veel te weten over deze persoon. En leert hem of haar steeds beter kennen.
  • Ze reageren niet voorspelbaar.
  • Ze ontwikkelen zich in de loop van het verhaal

Slide 11 - Slide

Bijpersonen
  • Worden eenvoudig beschreven in het verhaal.
  • Uiterlijk krijgt veel aandacht.
  • Hebben vaak maar één eigenschap.

Slide 12 - Slide

Fictie - A -
Ontwikkeling hoofdpersoon 

Slide 13 - Slide

Kenmerken hoofdpersoon
Je weet wat hij/zij...
  • doet (= ook bij bijpersoon)
  • zegt (ook bij bijpersoon)
  • denkt
  • voelt

Slide 14 - Slide

Ontwikkeling hoofdpersoon
In de meeste boeken maakt de hoofdpersoon een ontwikkeling door.

In probleemboeken heeft de hoofdpersoon een probleem en probeert dat op te lossen. Door dit proces verandert de hoofdpersoon.

Slide 15 - Slide

Deze les maken:

Opdracht 1, 2, 3 en 4 
Je schrijft dit in je schrift. Zorg dat ook opdracht 5 af is. 


Niet af? --> Dan huiswerk

Slide 16 - Slide