Gereedschappen V2 - 8

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Gereedschappen V2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welke beitel heeft de volgende toepassingen:
- voordraaien in langsrichting
- voordraaien in dwarsrichting
- schuine kanten draaien onder een hoek van 45°
A
Langsruwbeitel
B
Hoekbeitel
C
Gebogen ruwbeitel
D
Zijbeitel

Slide 15 - Quiz

Waarom moet een beitel een vrijloophoek hebben?
A
Verbetering van de spaanvorming
B
Verbetering van de spaanafloop.
C
vermindering van de wrijving tussen beitel en spaan.
D
vermindering van de wrijving tussen beitel en werkstuk.

Slide 16 - Quiz

Waarom wordt bij draaien gebruik gemaakt van een steuncenter?
A
om conisch draaien mogelijk te maken.
B
om een centergat te vervaardigen
C
om excentrisch draaien mogelijk te maken.
D
Voor voldoende stabiliteit bij het draaien van lange assen.

Slide 17 - Quiz

Waarvan hangt het af hoe groot je de spaanhoek kiest?
A
het soort beitelmateriaal.
B
de weerstand van het werkstukmateriaal.
C
de weerstand van het werkstukmateriaal en het soort beitelmateriaal.
D
de elasticiteit van het werkstukmateriaal.

Slide 18 - Quiz

Welk uitgangsmateriaal kun je in een zelfcentrerende drieklauw spannen
A
rond; 3-kantig
B
rond; gegoten rond; achtkantig
C
rond; 3-kantig; ovaal
D
rond; 4-kantig; gegoten rond

Slide 19 - Quiz

Een as van rond 45 wordt afgedraaid naar rond 40. wat is de snedediepte
A
5
B
2,5
C
1,25
D
4

Slide 20 - Quiz