Quiz module POK

Module POK A
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Module POK A

Slide 1 - Slide

De quiz...
16 vragen
Noteer hoeveel juist? hoeveel onjuist?

Slide 2 - Slide

Welke soort vraag begint altijd met;
wie, welke, waar, hoe, wat
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 3 - Quiz

Hoofdfase
Afrondingsfase
Opstartfase
Gemaakte afspraken herhalen
Client op z'n gemak stellen
Tot de kern van de zaak komen

Slide 4 - Drag question

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 5 - Quiz

6 stappen in methodisch werken
Gegevens verzamelen
Behoefte aan zorg vastleggen
Doelen bepalen
Plannen activiteiten
Uitvoeren activiteiten
Evalueren zorg
De zorgvrager krijgt iedere ochtend uitleg over het gebruik van hulpmiddelen bij het aankleden
De zorgvrager kan zich in een maand zelfstandig aankleden door gebruik te maken van hulpmiddelen
Na een maand wordt samen met de zorgvrager beken of zij zich zelfstandig kan aankleden met behulp van hulpmiddelen
De zorgvrager kan niet zelfstandig aankleden en heeft hier hulp bij nodig. 
Anamnesegesprek voeren met de zorgvrager
Hulpmiddelen zijn aangeschaft voor dinsdag. Vanaf woensdag iedere ochtend zorgvrager begeleiden bij het gebruiken van een hulpmiddel.

Slide 6 - Drag question

Binnen het verpleegkundig proces wordt één classificatiesysteem gebruikt
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Een classificatie systeem is een verpleegkundig/zorgmodel om systematisch gegevens te verzamelen. 

A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz


Het Omaha-systeem en de vier levensdomeinen zijn voorbeelden van een classificatie systeem
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz


Alle zorg instellingen gebruiken dezelfde classificaties/systemen
A
waar
B
niet-waar

Slide 10 - Quiz

Welke informatie verzamel je tijdens het anamnesegesprek en welke informatie tijdens observaties?
Anamnesegesprek
Anamnesegesprek
Observatie
Observatie
Psychische, lichamelijke en sociale zaken
Temperatuur, bloeddruk en pols
Specifieke wensen en behoeften
Informatie over de gemoedstoestand

Slide 11 - Drag question


Wat is observeren?
A
Bewust waarnemen met als doel informatie verzamelen
B
Doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
C
Bewust en doelgericht waarnemen
D
Bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen

Slide 12 - Quiz

Gordon
De volgende vragen gaan over de 11 gezondheidspatronen van Gordon

Slide 13 - Slide

11 Gezondheidspatronen van Gordon
  1. Gezondheidsbeleving en instandhouding
  2. Voeding en stofwisseling
  3. Uitscheiding
  4. Activiteiten
  5. Slaap/ rust
  6. Waarneming en cognitie
  7. Zelfbeleving
  8. Rollen en relaties
  9. Seksualiteit, voortplanting
  10. Stress verwerking
  11. Waarden en overtuiging

Slide 14 - Slide

Mevrouw weegt 66kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteitena
C
Zelfbeleving
D
Voeding en stofwisseling

Slide 15 - Quiz

Mevrouw heeft steeds pijn aan haar rug
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en Waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 16 - Quiz

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 17 - Quiz

De volgende vraag gaat over...
De 4 levensdomeinen 
Voor het in kaart brengen van de diagnose en de situatie van de zorgvrager kunnen we gebruik maken van de 4 levensdomeinen. 
Kwaliteit van leven kan worden opgedeeld in 4 levensdomeinen, die de basis vormen van het zorgleefplan.​

  1. Lichamelijk welbevinden​
  2. Mentaal welbevinden​
  3. Woon- en leefomstandigheden ​
  4. Participatie 



Slide 18 - Slide

Mevrouw Pieters is 84 jaar oud, weegt 57kg en is 1.68m lang. ​​

In welk levensdomein hoort dit?
A
Lichamelijk welbevinden
B
Mentaal welbevinden
C
Woon- en leefomstandigheden
D
Participatie

Slide 19 - Quiz

De volgende vraag gaat over...

....het OMAHA-systeem

Slide 20 - Slide

Wat moet er op de puntjes staan:
Het Omaha system geeft duidelijkheid over welke................
A
Gegevens nodig zijn
B
Verzamelde informatie je moet gebruiken
C
Interpretatie je aan gegevens moet geven
D
Taalgebruik belangrijk is voor het zorgplan

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Vraag 2
Wilt u koffie? is een....
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 23 - Quiz

Vraag 9
Het zorgleefplan zorgt voor
(2 antwoorden zijn juist)
A
methodisch werken
B
kostenefficiënt werken
C
meer levenskwaliteit bij de zorgvrager
D
afstemming met andere disciplines

Slide 24 - Quiz


Vraag 4
Waar staat NIVEA voor
A
Niet invullen voor een ander
B
Niet interesseren voor een ander
C
Niet invoelen van een ander

Slide 25 - Quiz

Vraag 19
Mevrouw heeft een dochter die haar helpt om eten te geven.

Meerdere antwoorden zijn juist
A
rollen en relatie
B
activiteiten
C
voeding en stofwisseling
D
slaap en rustpatroon

Slide 26 - Quiz

Vraag 5
Geef LSD, of gebruik LSD.
Wat bedoelen we daarmee?

A
Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
B
Lekker Samen met Dierbaren
C
Luisteren, Stil zijn, Doorpakken

Slide 27 - Quiz

Vraag 10
Door het werken met een zorgleefplan ligt de regie meer bij de
A
Huisarts
B
Specialist
C
Verpleegkundige/Verzorgende
D
Zorgvrager

Slide 28 - Quiz

Vraag 13
Het uitgangspunt van het zorgleefplan is....
A
de arts
B
de zorgvrager
C
de verpleegkundige
D
de zorginstelling

Slide 29 - Quiz

Vraag 23
Wat is het doel van het Omaha System?
A
Het meten van de prestaties van de vpk door leidinggevende
B
Doorverwijzen van cliënten
C
Vastleggen zorgproces in duidelijke taal
D
Informatie over protocollen

Slide 30 - Quiz


Een zakelijk gesprek is een:
A
Informeel gesprek
B
Formeel gesprek

Slide 31 - Quiz