This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H8 Ecosystemen en evenwicht
Deze les
- §8.3 Stikstofkringloop
Huiswerk
- Opdracht 29 t/m 32
Slide 1 - Slide
Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof (de C)
Slide 2 - Slide
Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)
Slide 3 - Quiz
Welke rol heeft het tropisch regenwoud in de koolstofkringloop voornamelijk?
A
uitstoot van koolstof
B
opslag van koolstof
Slide 4 - Quiz
Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan bacteriën en schimmels?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese
Slide 5 - Quiz
Er bestaan twee soorten koolstofkringlopen. Welke?
A
Natuurlijke en onnatuurlijke koolstofkringloop
B
Trage en snelle koolstofkringloop
C
Menselijke en dierlijke koolstofkringloop
D
Homogene en heterogene koolstofkringloop
Slide 6 - Quiz
Leg uit waardoor de CO2 uitstoot bij verbranding van fossiele brandstoffen een oorzaak is van de stijging van het gemiddelde CO2 gehalte van de dampkring.
Slide 7 - Open question
Eten van energierijk plantaardig voedsel
Dissimilatie door dieren
Afbreken van dode dieren door schimmels en bacteriën
Vorming van fossiele brandstoffen
Dissimilatie door schimmels en bacteriën
Fotosynthese
(Voortgezette) assimilatie door planten
Verbranding van fossiele brandstoffen
Afbreken van dode planten door schimmels en bacteriën
Sleep de nummers naar de juiste zin in de tabel:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Slide 8 - Drag question
8.3 Stikstofkringloop
Slide 9 - Slide
Lesdoelen
Antwoord op de vragen:
Hoe ziet de eenvoudige stikstofkringloop eruit?
Wat gebeurd er tijdens het rottingsproces?
Wat gebeurd er bij anaerobe omzetting van organisch materiaal?
Wat is chemosynthese?
Wat is groenbemesting en hoe wordt het gebruikt in de akkerbouw?
Slide 10 - Slide
Bijzondere route
Knolletjesbacteriën (en een paar andere bacteriën) kunnen N2 (g) omzetten in NH3.
Stifkstof die eerst níet te gebruiken was voor de plant, is nu wél te gebruiken. Oftewel:
De bodem wordt voedselrijker.
Slide 11 - Slide
Stikstofkringloop
Producenten
Gebruiken nitraat om vanuit glucose aminozuren te bouwen
Van anorganische stikstof inbouwen in organische stikstof heet Stikstofassimilatie
Slide 12 - Slide
Consumenten
maken lichaamseigen eiwitten
In de lever worden de stikstofhoudende moleculen afgebroken
Lever zet ammoniakgas (NH3) om tot ureum of urinezuur en dit wordt uitgeplast
Slide 13 - Slide
Reducenten
Schimmels en bacteriën breken de resten af tot ammoniak (NH4+) en ammonium (NH3)
Dit heet ammonificatie
Slide 14 - Slide
Nitrificatie
Nitrificerende bacteriën
Nitrietbacteriën zetten ammonium en ammoniak om in nitriet (NO2- )
Nitraatbacteriën zetten nitriet om in nitraat (NO3- )
Slide 15 - Slide
Rotting
Omzetting van dood organisch materiaal door reducenten waarbij ammoniak (NH3) ontstaat
Ammonificatie
Anaeroob : Zonder zuurstof!!
Slide 16 - Slide
Bijzondere route
Knolletjesbacteriën (en een paar andere bacteriën) kunnen N2 (g) omzetten in NH3.
Stifkstof die eerst níet te gebruiken was voor de plant, is nu wél te gebruiken. Oftewel:
De bodem wordt voedselrijker.
Slide 17 - Slide
Stikstoffixatie
Vlinderbloemen leven in symbiose met knolletjesbacteriën die N2 uit de lucht omzetten in NH3
Dit heet Stikstoffixatieen gebeurd in de wortelknolletjes
Vlinderbloemen worden ondergeploegd
Door nitrificatie wordt er NO3- gemaakt
Dit proces heet groenbemesting
Slide 18 - Slide
Chemosynthese
Nitrietbacteriën zetten ammonium en ammoniak om tot nitriet (NO2- ) 2 NH3 + 3 O2 → 2 NO2- + 2 H2O + 2 H+ + energie
Nitraatbacteriën zetten nitriet om in nitraat (NO3- ) 2 NO2- + O2 → 2 NO3- + energie
Hiervoor wordt zuurstof (O2) gebruikt: Aeroob!! En er komt energie bij vrij
Met deze energie kunnen de bacteriën glucose maken uit CO2 en H2O zonder zonlicht: Chemosynthese
De bacteriën zijn chemo-autotroof
Slide 19 - Slide
Wat gebeurd er bij nitrificatie en wat gebeurd er bij denitrificatie? (binas 93G)
Slide 20 - Open question
Wat gebeurd er bij rotting?
Slide 21 - Open question
Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof.
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof.
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof.
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3.
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS 93F .
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.
Hoe kan er 'N' verdwijnen uit de bodem?
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
Slide 22 - Slide
Hoe verdwijnt N uit de bodem?
Denitrificerende bacteriën gebruiken nitraat (NO3- ) als energiebron: Stikstofgas (N2) blijft over