KGT - lesson 4

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

UNIT 1 - LESSON 4

Plan

• Terugblik
• Lesdoel bespreken
• Tekst lezen
• Uitleg grammatica
• Opdrachten maken
• Evaluatie

Vertaal de woorden tussen de haakjes:
I do not have ... (een krant)

1. an paper
2. a paper
3. a story
4. an story

LEERDOEL

What will you learn today?

• You will learn how to make questions using TO BE (am/are/is).
• Je leert hoe je vraagzinnen moet  maken met TO BE (am/are/is)
• You will learn when to use THIS/THAT/THESE/THOSE
• Je leert wanneer je THIS/THAT/THESE/THOSE moet gebruiken

MAAK DE ZIN AF:
All ... papers here are for my job.

1. THIS
2. THAT
3. THESE
4. THOSE

Wat is de regel?

Je vraagt...

1. Is het ver weg of dichtbij?
2. Is het meervoud of enkelvoud?

Enkelvoud + dichtbij (here) = this

Enkelvoud + ver weg (over there) = that

Meervoud + dichtbij (here) = that

Meervoud + ver weg (over there) = those

MAAK DE ZIN AF:
... two children over there are Spud and Jess.

1. This
2. That
3. These
4. Those

Hoe maak ik een vraagzin?

Voorbeeld:

+ You are a bad boy, wolfie!

? Are you a bad boy, wolfie?

Draai de twee woorden voor de zin om!

Maak een vraagzin van:
They are big.

Get to work!

• Maak opdracht 13 + 15 + 16 uit je workbook (p. 12, 13, 14)
• Gebruik je helpdesk 1.1 + 1.3 op pagina 99 van je coursebook
• Je hebt 15 minuten!

Question?

1. Vraag een andere leerling om hulp (fluister)
   
2. Steek je hand op als je het nog steeds niet snapt (de docent komt helpen)
   

... I early today?

1. ARE
2. ISN'T
3. AM
4. BE

... three houses over there are expensive.

1. THESE
2. THOSE
3. THIS
4. THAT

EVALUATIE

• Wat ging goed?
• Wat kan beter?

• Geen huiswerk! 😊 
• SO volgende week WOENSDAG! (12 september)
  
• Unit 1, woordjes + zinnen