QUIZZ voor na de les - Ana p2 wk 2 NIEREN

• anatomie
• MBO
• Studiejaar 1

Nieren 

Quizz 

LOEP Basiszorg

Quiz

Er volgen nu 8 quizvragen over de lesstof
van vorige week.

Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Waar vindt de filtering van het bloed plaats in de nieren?

1. nefronen
2. vesica urinae
3. nierbekken
4. niertrechter

In welk deel van het nefron vindt er filtering van het bloed plaats en ontstaat er voorurine?

1. glomerulus
2. verzamelbuis
3. lis van Henle
4. gekronkeld buisje van de 1e orde

Waar zitten meer bestanddelen in?

1. in urine meer dan in voorurine
2. er zitten in voorurine en urine evenveel bestanddelen
3. in voorurine meer dan in urine
4. Het verschilt per persoon waar meer bestanddelen in zitten; urine of voorurine

Hoe noem je het wanneer bruikbare stoffen weer in het bloed worden opgenomen?

1. Absorptie
2. Reabsorptie
3. Filtratie

Wat is de Latijnse benaming voor urineleider?

1. Pyelum
2. Mictie
3. Ureter
4. Urethra

Waar zorgt het hormoon ADH voor bij de regulatie van de wateruitscheiding?

1. het stimuleert de nierbuisjes om meer water uit de voorurine aan het bloed af te geven.
2. het stimuleert de nierbuisje om minder water uit de voorurine aan het bloed af te geven

Wat heeft de zoutconcentratie voor invloed op de bloeddruk?

1. Zout trekt vocht aan, bloedvolume daalt, bloeddruk daalt
2. Zout trekt vocht aan, bloedvolume stijgt, bloeddruk stijgt
3. Zout houdt vocht tegen, bloedvolume stijgt, bloeddruk stijgt
4. Zout houdt vocht tegen, bloedvolume daalt, bloeddruk daal

Hoe wordt de vorming van urine genoemd?

1. Mictiedrang
2. Diuresedrang
3. Mictie
4. Diurese