Much / many, little / few HSX

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

grammar 

much/many/a lot of, little/few

Lesdoelen

Na deze les weet je:

wanneer je much, many of 'a lot of' moet gebruiken.

wanneer je little of few moet gebruiken. 

Wat betekent:
little/few?

Wat betekent:
much/many

Much/many

Much/many   =   veel

much:  bij ontelbare dingen / enkelvoud     

I have much money in my wallet.

many:  bij telbare dingen / meervoud             

I have many books at home.

Je gebruikt much en many alleen bij vragen (?) en ontkennende zinnen (-). Je gebruikt a lot of alleen bij positieve zinnen (+).

(?) Why did you eat many cookies before lunch?

(?) Do you have much homework to make?

(-) She doesn't have many things to do.

(-) No, I don't want much advice from you!

(+) I want to do a lot of exercises if that is possible.

(+) I have a lot of luggage to carry.

Little/few

Little/few       =    weinig

little:    bij ontelbare dingen / enkelvoud      

I have little money in my wallet.

Few:     bij telbare dingen / meervoud              

I have few books at home.

Kies het juiste antwoord

1. There is much time left.
2. There is many time left.

Kies het juiste antwoord.

1. There are much windows in this room.
2. There are many windows in this room.

Kies het juiste antwoord.

1. I have little lessons today.
2. I have few lessons today.

1. There is little water in the sink.
2. There is few water in the sink.

Resumerend

De lesdoelen waren dat je weet: 

wanneer je much, many of 'a lot of' moet gebruiken.

wanneer je little of few moet gebruiken. 

Doelen bereikt?

EINDE