4.2 Wereld: Meten van welvaart en welzijn

4.2 Welzijn in de wereld.
Telefoon opgeruimd, zitten volgens plattegrond.
Neem NIET deel.
Boeken op tafel.
Aantekeningenschrift + pen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

4.2 Welzijn in de wereld.
Telefoon opgeruimd, zitten volgens plattegrond.
Neem NIET deel.
Boeken op tafel.
Aantekeningenschrift + pen.

Slide 1 - Slide

Lezen 4.2
Moeilijke woorden onderstrepen!

Slide 2 - Slide

Meten van welvaart
Drie manieren om welvaart te meten zijn:
1.  Het bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd) van de bevolking.
2. Het welzijn
3. De verdeling van de beroepsbevolking.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe bereken je het bbp/hoofd?
Het bbp/hoofd is alles wat in een jaar in een land wordt verdiend gedeeld door het aantal inwoners.

Voorbeeld: In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Het totale BBP is 697 miljard euro. Het bbp/hoofd is 697.000.000.000 : 17.000.000 = € 41.000. 


Slide 5 - Slide

Rijk of arm? Onthoud: het bbp per hoofd is een gemiddelde! 
Niet iedereen in het land is even rijk of arm.

Slide 6 - Slide

Welzijn
De levensomstandigheden kun je weten door te meten:
  1. De levensverwachting  = hoe oud mensen die nu geboren worden gemiddeld zullen worden. Deze hangt sterk af van de gezondheidszorg, de hygiëne en de voedselsituatie in een land.
  2. De koopkracht = hoeveel je in elk land voor één euro of dollar kunt kopen. 
  3. De alfabetiseringsgraad = hoeveel mensen boven de 15 jaar kunnen lezen en schrijven. In arme landen zijn veel mensen analfabeet.

Slide 7 - Slide

 Wat valt je op aan de kaart Welzijn?

Slide 8 - Slide

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in drie groepen:
  1. Centrumlanden = meest ontwikkelde landen (koplopers)                            Veel mensen werken in diensten- / tertiaire sector.
  2. Semiperiferie = landen die flink aan het ontwikkelen zijn (volgers)          Veel mensen werken in industrie / secundaire sector.
  3. Periferie = grote groep ontwikkelingslanden (achterblijvers)                     Veel mensen werken in landbouw / primaire sector.

Slide 9 - Slide

Australië is onderdeel van de
A
Centrumlanden
B
Semiperiferie
C
Periferie
D
Perongeluk

Slide 10 - Quiz

Behoort Brazilië volgens jou tot de koplopers (centrumlanden), de volgers (semiperiferie) of de achterblijvers (periferie) qua welvaart?
A
Koplopers (centrumlanden)
B
Volgers (semiperiferie)
C
Achterblijvers (periferie)

Slide 11 - Quiz

Behoort Duitsland volgens jou tot de koplopers (centrumlanden), de volgers (semiperiferie) of de achterblijvers (periferie) qua welvaart?
A
Koplopers (centrumlanden)
B
Volgers (semiperiferie)
C
Achterblijvers (periferie)

Slide 12 - Quiz

Een ander woord voor arme landen zijn...
A
Periferie
B
Centrum
C
Semiperiferie
D
Ontwikkelingslanden

Slide 13 - Quiz

Welk beroep valt onder de dienstensector?
A
Pluimveehouder
B
Bouwvakker
C
Kapper
D
Bankmedewerker

Slide 14 - Quiz


Van welk soort land is de getoonde bevolkingsdiagram?
A
Een land in het centrum
B
Een land in de semiperiferie
C
Een land in de periferie

Slide 15 - Quiz

Nu
4.2
Opdracht 1 tm 3

Slide 16 - Slide