herhaling en topografie H3 en casus weer klimaat

ORKAAN
  1. Zeewater minimaal 26,5.
  2. Warme, vochtige lucht stijgt op en condenseert. --> WOLKEN
  3. Bij het condenseren stijgt lucht extra snel op. 
  4. Lucht wordt van alle kanten aangezogen door de lage druk.
  5. De aangezogen lucht gaat draaien.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

ORKAAN
  1. Zeewater minimaal 26,5.
  2. Warme, vochtige lucht stijgt op en condenseert. --> WOLKEN
  3. Bij het condenseren stijgt lucht extra snel op. 
  4. Lucht wordt van alle kanten aangezogen door de lage druk.
  5. De aangezogen lucht gaat draaien.

Slide 1 - Slide

Hoe ontstaat een tornado?
  1. Botsing tussen twee of meer verschillende luchtsoorten.
  2. Enorme temperatuurverschillen zorgen snel stijgende lucht.
  3. Op de grond ontstaat een lagedrukgebied.
  4. Lucht gaat draaien en er ontstaat een slurf.

Slide 2 - Slide

Hoe komt dit terug
in je eindexamen?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Maak gebruik van je antwoorden bij opgave 1b.
Waar horen de onderstaande gebergten te staan in dit kaartje? 
Appalachen
Rocky Mountains
Coast Ranges
Sierra Nevada

Slide 6 - Drag question

Sleep de vormen van neerslag naar de juiste plek.
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag

Slide 7 - Drag question

Waar vind je het Middellandse zee-/Mediterraan klimaat in de VS?
A
Paars
B
Blauw
C
Groen
D
Oranje

Slide 8 - Quiz

Waar vind je het steppeklimaat?
A
Lichtgeel
B
Geel
C
Groen
D
Paars

Slide 9 - Quiz

Waar vind je het landklimaat?
A
Lichtgeel
B
Blauw
C
Groen
D
Paars

Slide 10 - Quiz

Waar is de nuttige neerslag het kleinst??
A
Lichtgeel
B
Geel
C
Groen
D
Paars

Slide 11 - Quiz

Graan/tarwe
Katoen
Melkveeteelt
Mais

Slide 12 - Drag question

Is er sprake is van extensieve- of intensieve landbouw op de afbeelding?
A
Extensieve landbouw
B
Intensieve landbouw

Slide 13 - Quiz

Kies steeds het goede woord/begrip
1. In het westen van de VS is er sprake van intensieve/ extensieve landbouw.
2. In het oosten/westen van de VS valt de meeste neerslag.
3. Voedselgewassen/handelsgewassen zijn voor de export.

Slide 14 - Open question

Stelling:
Door klimaatverandering valt er meer nuttige neerslag. Juist of onjuist, leg je keuze uit.

Slide 15 - Open question

Noem twee maatregelen die jijzelf kunt nemen om je ecologische voetafdruk te verkleinen.

Slide 16 - Open question

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
De gemiddelde CO2-uitstoot (in liters) van een persoon in een bepaald land per jaar.
B
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het voedsel dat een persoon in een bepaald land nodig heeft te kunnen verbouwen.
C
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het welvaartniveau van een persoon in een bepaald land te kunnen behouden.
D
Het gemiddelde waterverbruik (in kubieke meters) van een persoon in een bepaald land per jaar.

Slide 17 - Quiz

Een sleepvraag: Waar komen in de VS veel tornado's voor? En waar veel orkanen?
Hier komen veel tornado's voor.
Hier komen veel orkanen voor.

Slide 18 - Drag question

Ontstaat boven land
Orkaan
Tornado
Ontstaat boven zee
Hazard management goed mogelijk
Hazard management nauwelijks mogelijk
Centraal VS
Zuidoost en oost VS
500 -  1000 km breed
500 -  1500 meter breed
Botsende droge koude en warme (vochtige) lucht 
Zwakt af boven land

Slide 19 - Drag question

Hazard management is het beleid om
A
Natuurrampen als geheel te voorkomen
B
Natuurrampen te voorspellen
C
Schade en slachtoffers van natuurrampen te voorkomen
D
Schade van natuurrampen te herstellen

Slide 20 - Quiz

Tornado’s en orkanen zijn allebei vormen van extreem weer. Orkanen leiden gemiddeld tot meer slachtoffers dan tornado’s. Toch is hazard management bij tornado’s lastiger dan bij orkanen. Geef een reden waarom dat zo is.

Slide 21 - Open question

Miami (Florida) in de VS ligt nét boven de zeespiegel en heeft weinig beschermende dijken. Veel mensen kiezen ervoor om op het eiland op de foto in bron 13 te
blijven wonen, ook al is de kans op materiële schade groot als er een orkaan komt. Welk aardrijkskundig begrip past bij deze keuze?

Slide 22 - Open question