Les 4 regels en rechten

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Regels en rechten 

Thema 5 werken 

Les planning

1. Doelen van de les.
   
2. Begrip bedrijfsegels
3. Opdracht 1
4. Begrip vakbond 
5. Opdracht 3 
6. Opdrachten na bespreken
7. Doelen van de les bespreken 

Doelen van de les 

- Aan het einde van de les kun je uitleggen dat je als werknemer     rechten hebt. 

- Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een vakbond

  doet. 

Noem een regel/ afspraak die op jouw stage/werk erg belangrijk is.

Regels op werk 

Blz 152

In ieder bedrijf gelden regels. 

Als jij je niet aan de regels houdt kunnen er problemen komen. 

Vakbond

Bladzijde 155

Een vakbond komt op voor de werknemers van het bedrijf. 

Opdracht 3

Ga naar de website

www.fnvjong.nl

Beantwoord de vragen

Werk ik tweetallen

Fluister

Nabespreken

Doelen nabespreken

Leg in je tweetal aan elkaar uit van een vakbond is. 

Vertel tegen elkaar waarom je wel of niet lid zou willen worden en waarom je die keuze maakt. 

Na bespreken in de klas. 

Begrippen herhalen

Thema 5 werken 

Terugblik vorige les

Les planning

1. Doelen van de les.
   


2. Zelfstandig werken aan de opdrachten 
3. Test jezelf - quiz over de begrippen

Doelen van de les 

Je gaat zelfstandig werken aan de opdrachten en begrippen. 

Je oefent met de begrippen.

Vragen stellen over de begrippen die jij lastig vindt. 

Begrippen oefenen 

Lees de begrippen op blz 158 

Opdracht 1 - plaats het begrip in de juist zin

Opdracht 2 - schema woordweb van de begrippen. Welke begrippen horen bij elkaar. 

Test jezelf

Hoe goed ken jij de begrippen al, of moet je toch nog goed leren voor de toets?

Doe mee met de quiz en kom er achter. 

Werknemer

1. Is een eigen baas
2. Is iemand die bij een bedrijf werkt
3. Is iemand die liever vrije tijd neemt
4. Is iemand die werk geeft

In een sollicitatiegesprek ....

1. Leer jij het bedrijf vast goed kennen
2. Leer jij je nieuwe collega's kennen
3. wordt er gekeken of jij geschikt bent voor de baan
4. Is een gesprek over salaris en vakantiedagen

Tijdens een stage of tijdens je werk...

1. Werk jij voor niks
2. hoef je nog niet zo goed je best te doen
3. kan je zelf bepalen welke taken jij wilt leren
4. leer jij wat werken bij een bedrijf inhoudt

Een vacature is

1. een advertentie voor een beschikbare baan
2. Een papier met afspraken over de baan
3. Een gesprek waarin je zelf presenteert
4. Een advertentie voor werkkleding.

Het laagste salaris wat iedereen hoort te krijgen noem je

1. Salaris
2. Pensioen
3. Maximumloon
4. minimumloom

In een CV staat

1. persoonsgegevens en een verklaring van goed gedrag
2. werkervaring en hobby's en wensen voor de baan
3. Persoonsgegevens, werkervaring, opleiding en hobby's
4. Een verhaal over jouw leven.

Je hoeft je niet altijd aan de afspraken van een contract te houden

1. Juist
2. Onjuist

Solliciteren is

1. een brief schrijven naar een bedrijf
2. Zoeken naar een vacature
3. Een gesprek met je nieuwe baas
4. Alles antwoorden horen bij solliciteren

Het geld dat je op je rekening krijgt van de werkgever noemen wij

1. Uitkering
2. Vakantiegeld
3. Loon
4. Zakgeld

Een werkgever

1. Is een persoon of een bedrijf
2. Iemand die jouw altijd je taken geeft op werk
3. Iemand die het salaris betaald
4. De persoon die werk doet voor een bedrijf

Een vakbond komt op voor de rechten van de werknemer. Je bent verplicht om lid te worden.

1. Juist
2. Onjuist