WISK-X H5 Meetkunde 2 Herhaling

Wisk-X
Rekenen

Hoofdstuk 5


1 / 42
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wisk-X
Rekenen

Hoofdstuk 5


Slide 1 - Slide

In 1 uur zitten 60 minuten. Hoeveel minuten zitten er in een half uur?
A
50
B
30
C
20
D
15

Slide 2 - Quiz

Voor snelheid metingen is het soms nodig om tijden om te rekenen

Reken om naar uren: 360 seconden =
A
1 uur
B
0,5 uur
C
2 uur
D
0,1 uur

Slide 3 - Quiz

Wat is de eenheid van gewicht ?
A
kilogram
B
Newton
C
zwaartekracht
D
gram

Slide 4 - Quiz

Gewicht is een ...
A
grootheid
B
eenheid
C
meetinstrument

Slide 5 - Quiz

Wat was inhoud ook alweer?
A
grootheid
B
eenheid

Slide 6 - Quiz

Wat is de
inhoud van deze
balk?
A
30 cm³
B
12 cm³
C
40 cm³
D
120 cm³

Slide 7 - Quiz

Hoe bereken je de inhoud?
A
Lengte x breedte x hoogte
B
Lengte + breedte + hoogte

Slide 8 - Quiz

Tijd is een ...
A
grootheid
B
eenheid
C
meetinstrument

Slide 9 - Quiz

Een weegschaal is een ...
A
grootheid
B
eenheid
C
meetinstrument

Slide 10 - Quiz

Wat
is de
oppervlakte?
A
35 m2
B
300 m2
C
60 m2
D
70 m2

Slide 11 - Quiz

Wat is de formule voor de omtrek van een cirkel?
omtrek cirkel =
A
πdiameter
B
πstraal
C
πdiameter2
D
πstraal2

Slide 12 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter


Bereken de omtrek van de cirkel

A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm

Slide 13 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter



Bereken de omtrek van de cirkel
A
28,3 cm
B
18,8 cm2
C
9,4 cm
D
18,8 cm

Slide 14 - Quiz


De oppervlakte van een cirkel bereken je zo:
A
3,14 x straal x straal
B
3,14 x diameter

Slide 15 - Quiz

Hoe meet je de oppervlakte van een cirkel?
A
B
C
D
πstraalstraal

Slide 16 - Quiz


De diameter van een cirkel is 5 m.
Bereken de omtrek van de cirkel.
Rond af op 2 decimaal.
A
3,14 m
B
7,09 m
C
10,34 m
D
15,71 m

Slide 17 - Quiz

Wat is de oppervlakte?
A
5024m2
B
62,8m2
C
1257m2
D
125,6m2

Slide 18 - Quiz

Wat is
de
oppervlakte?
A
14 m²
B
15 m²
C
12 m²
D
16m²

Slide 19 - Quiz

Meter is een ...
A
grootheid
B
eenheid
C
meetinstrument

Slide 20 - Quiz

Gewicht is een ...
A
grootheid
B
eenheid
C
meetinstrument

Slide 21 - Quiz

Een schrikkeljaar heeft ...
A
365 dagen
B
366 dagen

Slide 22 - Quiz

Een kwartier heeft ...
A
60 seconden
B
900 seconden
C
360 seconden
D
90 seconden

Slide 23 - Quiz

Grootheid
Meetinstrument
Eenheid
Lengte
Hoogte
Diepte
Oppervlakte
Inhoud
Gewicht
Klok
Weegschaal
Liniaal
Maatbeker
cm
m2
maand
ton
liter

Slide 24 - Drag question

Een kwartaal is ...
A
12 maanden
B
3 maanden
C
13 weken
D
15 minuten

Slide 25 - Quiz

De formule voor Omtrek = lengte x breedte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Wat is de omtrek van dit figuur?

Slide 27 - Open question

Wat is de oppervlakte van dit grasveld?

Slide 28 - Open question

Per dag fietst Max 7 kilometer.
Hoeveel kilometer fietst hij in de maand april?

Slide 29 - Open question

Een auto rijdt 110 kilometer per uur.
Hoeveel kilometer rijdt de auto in 2,5 uur?

Slide 30 - Open question

Wat is de omtrek van deze rechthoek?
A
100 mm
B
25 mm
C
50 mm
D
100 mm2

Slide 31 - Quiz

Lengte eenheden

grootst
kleinst
km
dam
cm
mm
 m 
hm
dm

Slide 32 - Drag question

De afstand tussen Amsterdam en Maastricht is ongeveer 220.000
A
cm
B
km
C
dm
D
m

Slide 33 - Quiz

1 m = .... mm
A
1.000
B
10.000
C
100
D
310

Slide 34 - Quiz

5.000 mm = .... dam
A
50
B
0,05
C
5
D
0,5

Slide 35 - Quiz

Een auto weegt ongeveer 1.000 ...
A
ton
B
kg
C
g
D
mg

Slide 36 - Quiz

LENGTE
GEWICHT
INHOUD
kilometer
meter
centimeter
milimeter
kilogram
gram
miligram
liter
deciliter
centiliter
mililiter

Slide 37 - Drag question

Wat heb je nodig?
Je gaat de muur schilderen.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 38 - Quiz

Wat heb je nodig?
Je wilt een hek om de tuin.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 39 - Quiz

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
50 mm
B
25 mm2
C
50 mm2
D
100 mm2

Slide 40 - Quiz

Welke grootheid heb je nodig?
Je meet hoe lang je loopt.
A
lengte
B
gewicht
C
tijd
D
oppervlakte

Slide 41 - Quiz

Hoe vond je de oefentoets?
1= heel moeilijk, 10 is heel makkelijk
110

Slide 42 - Poll