What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 39 les 1 discussie + herhaling spelling
Spelling
1 / 46
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
46 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling
Slide 1 - Slide
Spelling H1
Hoofdletters (mevrouw De Vos)
Dicteewoorden (wat betekent het + hoe schrijf je het)
Meervouden (bacteriën of bacterieën?)
Aan elkaar of los (er op/erop)
Speciale tekens: koppelteken (zomer- en herfstvakantie), trema (kopiëren) en apostrof ('s morgens)
Werkwoordspelling
Slide 2 - Slide
Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.
Slide 3 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Beste meneer Jansen
B
Beste Meneer Jansen
C
Beste meneer jansen
D
Beste Meneer jansen
Slide 4 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
ronnie flex
B
Ronnie flex
C
Ronnie Flex
D
ronnie Flex
Slide 5 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot
D
lisa de vries - de groot
Slide 6 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
pepsi max
B
Pepsi Max
C
Pepsi max
D
Maxi Peps
Slide 7 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
dansschool style
B
Dansschool style
C
dansschool Style
D
Dansschool Style
Slide 8 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
het eiland ameland
B
het Eiland Ameland
C
Het Eiland Ameland
D
het eiland Ameland
Slide 9 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
belgische gerechten
B
belgische Gerechten
C
Belgische Gerechten
D
Belgische gerechten
Slide 10 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
Ramadan
B
ramadan
C
Slide 11 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag
Slide 12 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december
Slide 13 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
kerstmis
B
december
C
kerstviering
D
kerstboom
Slide 14 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
winkel
B
supermarkt
C
lidl
D
aanbieding
Slide 15 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
sara
B
meisjesnaam
C
zus
D
vriendin
Slide 16 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
adres
B
postcode
C
nederland
D
woonplaats
Slide 17 - Quiz
Welk woord schrijf je niet met een hoofdletter?
A
portugees
B
port
C
portugal
D
porto
Slide 18 - Quiz
Welk woord schrijf je niet met een hoofdletter?
A
gelredome
B
arena
C
kuip
D
stadion
Slide 19 - Quiz
Wat is het juiste meervoud?
A
cowboys
B
cowboy's
Slide 20 - Quiz
Wat is het juiste meervoud?
A
cafés
B
cafees
C
cafe's
D
café's
Slide 21 - Quiz
Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken
Slide 22 - Quiz
Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen
Slide 23 - Quiz
Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici
Slide 24 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
Zuid-Hollander
B
ZuidHollander
C
Zuid Hollander
Slide 25 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
Babybed
B
Baby bed
Slide 26 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning
Slide 27 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
adembenemende voorstelling
B
adembenemendevoorsteling
C
adem benemende voorstelling
D
adem benemendevoorstelling
Slide 28 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil
Slide 29 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
driekamer appartement
B
driekamerappartement
C
drie-kamer-appartement
D
drie kamer appartement
Slide 30 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
Operatiekamer
B
Operatie kamer
C
Operatie-kamer
Slide 31 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
Politie auto
B
Politieauto
Slide 32 - Quiz
Aan elkaar of los?
A
Vijf sterren hotel
B
Vijfsterren hotel
C
Vijf sterrenhotel
D
Vijfsterrenhotel
Slide 33 - Quiz
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
Word
B
Wordt
Slide 34 - Quiz
Onze leraar ….. iedere dag naar school.
A
joggt
B
joggd
C
jogt
D
jogd
Slide 35 - Quiz
In welke zin is de persoonsvorm goed gespeld?
A
Tante Joke verstaptte zich tijdens het traplopen.
B
Joris deelde mijn mening niet.
C
Anne promoote haar zelfgemaakte cd´s.
D
Ik vergrote mijn kans op het kampioenschap.
Slide 36 - Quiz
Bij het mentorgesprek ___ de leraar Hannah met zittenblijven als haar cijfers niet verbeteren.
A
confronteren
B
confronteerde
C
confronteerden
D
confronteer
Slide 37 - Quiz
In welke zin is het voltooid deelwoord goed gespeld?
A
Het hout is opgebrand.
B
Het hout is opgebrandt.
Slide 38 - Quiz
Afgelopen weken ... we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 39 - Quiz
Het ... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurdde
C
gebeurdt
D
gebeurt
Slide 40 - Quiz
De docent ... ons op onze kennis van werkwoordspelling.
A
beoordeeld
B
beoordeelt
Slide 41 - Quiz
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: Ik ... (vinden) dat hij eerlijk moet zijn.
Slide 42 - Open question
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: De jongens ... (stoten) gisteren de vaas van de tafel.
Slide 43 - Open question
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: De behoefte om een sigaret te roken ... (verminderen) met een nicotinepleister.
Slide 44 - Open question
De film wordt door de pers ... (bejubelen).
A
bejubelt
B
bejubeld
Slide 45 - Quiz
Morgen: toets spelling H1
Hoofdletters (mevrouw De Vos)
Dicteewoorden (wat betekent het + hoe schrijf je het)
Meervouden (bacteriën of bacterieën?)
Aan elkaar of los (er op/erop)
Speciale tekens: koppelteken (zomer- en herfstvakantie), trema (kopiëren) en apostrof ('s morgens)
Werkwoordspelling
Slide 46 - Slide
More lessons like this
Week 36 les 2 (spelling h1 + discussie)
August 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
trema, koppelteken, apostrof en accenten
March 2022
- Lesson with
34 slides
nederlands
Secundair onderwijs
Woorden met tekens
February 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Week 36 les 1 (discussie)
August 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
trema, koppelteken, apostrof en accenten
June 2022
- Lesson with
47 slides
nederlands
Secundair onderwijs
S19 - Hulptekens: trema, koppelteken, apostrof
January 2023
- Lesson with
33 slides
nederlands
Secundair onderwijs
Week 35 les 1 (spelling les 2)
August 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Week 35 les 2 (spelling les 3)
August 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4