A1 les 3

Trial les 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Trial les 

Slide 1 - Slide

Lesplan
1.  Check in 
2. Herhaling vorige les: tellen, oefening ik, jij, wij
3. Grammatica dagen van de week
4. Samen lezen
5. Nieuwe woorden
6. Werkwoorden vervoegen
7. Spreekoefening Dagelijkse Routine
8. Afsluiting: Wat wil je volgende les leren? 

Slide 2 - Slide

leerdoelen
✅ Je begint de les met een korte check-in.
✅ Je herhaalt de belangrijkste punten van de vorige les.
✅ Je oefent het gebruik van 'wie' en 'wat' en de voornaamwoorden 'ik, jij, wij' met opdrachten.
✅ Je oefent jezelf voorstellen in een eenvoudige spreekopdracht.
✅ Je telt in het Nederlands en herhaalt de cijfers.
✅ Je voert een eenvoudige dialoog in het Nederlands.
✅ Je geeft aan wat je in de volgende les wilt leren.

Slide 3 - Slide



Hoe gaat het met je?
 Check in

Slide 4 - Slide

Zijn
Ik ben 35 jaar.
Jij bent jarig.
U bent vriendelijk.
Hij is ziek.
Jullie zijn aardig.
Wij zijn getrouwd.
Zij zijn vrienden.

Slide 5 - Slide

Hebben
Ik heb honger.
Jij hebt een kat.
U hebt geen dieren.
Hij heeft een banaan.
Jullie hebben kinderen.
Wij hebben eten.
Zij hebben appels.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Grammatica: persoonlijk voornaamwoorden
Hallo, ik wil je even spreken. Kan je mij even terugbellen?
Je/Jij bent toch thuis morgen? Ik kom morgen even bij je/jou langs.
U mag daar even gaan zitten. De dokter komt u over 10 minuten halen.
Hij heeft hulp nodig. Ik ga hem morgen even helpen.
Ze/Zij is heel vriendelijk. Ik vind haar aardig.
Het is niet zo leuk. Ik vertel het morgen aan mijn familie.
Wij hebben een nieuwe tv gekocht. De verkoper gaf ons 20% korting.
Jullie begrijpen het niet goed. Ik leg het jullie nog één keer uit.
Ze/Zij wonen in onze buurt. Ik zie hen/ze vaak samen lopen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

oefening
1. Wie leren Nederlands?
2. Wat schrijft de docent?
3. Wat lezen de cursisten?
4. Waar schrijft de docent op?
5. Wie spreken samen Nederlands?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Spreekoefening: dagelijkse routine
🧑‍🎓  A: Hallo! Hoe ziet jouw dag eruit?
🧑‍🎓  B: Hallo! Ik sta om 7 uur op. En jij?
🧑‍🎓  A: Ik sta om half 8 op. Wat eet jij als ontbijt?
🧑‍🎓  B: Ik eet brood met kaas en drink thee. En jij?
🧑‍🎓  A: Ik eet yoghurt met fruit. Wat doe je na het ontbijt?
🧑‍🎓  B: Ik ga naar school met de fiets. Hoe ga jij naar school?
🧑‍🎓  A: Ik neem de bus. En wat doe je ’s avonds?
🧑‍🎓  B: Ik kijk tv en lees een boek. En jij?
🧑‍🎓  A: Ik luister muziek en ga om 10 uur slapen.

Slide 17 - Slide

leerdoelen
✅ Je stelt jezelf voor (naam zeggen, vragen hoe het gaat).
✅ Je telt van 1 tot 20 en gebruikt ik, jij, wij.
✅ Je noemt de dagen van de week en zegt welke dag het is.
✅ Je leest een korte tekst en begrijpt de belangrijkste woorden.
✅ Je leert nieuwe woorden en gebruikt ze in een zin.
✅ Je vervoegt werkwoorden
✅ Je vertelt over je dagelijkse routine in korte zinnen.
✅ Je zegt wat je moeilijk vindt en wat je wilt oefenen.

Slide 18 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide