tegenwoordige tijd en de duurvorm

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Present Simple 

versus 

Present Continuous. 

Bekijk het filmpje op de volgende slide en beantwoord de volgende vragen. MAAK wel eerst je eigen aanstekingen. 

Welk tijd gebruik je bij:

Gewoonten

1. Tegenwoordige tijd
2. Duurvorm tegenwoordige tijd

Welk tijd gebruik je bij:

Irritatie aangeven

1. Tegenwoordige tijd
2. Duurvorm tegenwoordige tijd

Welk tijd gebruik je bij:
Regelmatige gebeurtenissen

1. Tegenwoordige tijd
2. Duurvorm tegenwoordige tijd

Welk tijd gebruik je bij:

Het is nu aan de gang

1. Tegenwoordige tijd
2. Duurvorm tegenwoordige tijd

Welk tijd gebruik je bij:

Feiten

1. Tegenwoordige tijd
2. Duurvorm tegenwoordige tijd

Welk tijd gebruik je bij:

plannen voor nabije toekomst

1. Tegenwoordige tijd
2. Duurvorm tegenwoordige tijd

Choose the best alternative

Peter will call you back later. We ..... dinner.

1. have
2. are having

Water ...... below 00 Celsius.

1. freezes
2. is freezing

Don’t talk to me! I ........ to listen to the teacher.

1. try
2. am trying

Karen often ...... her mother cleaning the house.

1. helps
2. is helping

My brother never .... to bed before 12.

1. goes
2. is going

Julie ....... in Amsterdamwith her family.

1. lives
2. is living

Julie ..... in Paris for a few months

1. lives
2. is living

I...... better and better at speaking English.

1. get
2. am getting

I ....... coffee every morning.

1. drink
2. am drinking

I ....... too much coffee these days.

1. drink
2. am drinking

My plane ........ at eight tonight.

1. leaves
2. is leaving

I............ John after class today.

1. meet
2. am meeting

This cake ...... deliciuos.

1. tastes
2. is tasting

This bag ....... to Jack.

1. belongs
2. is belonging

Take your umbrella, it ..... .

1. rains
2. is raining

She ....
a salsa dancing class every Tuesday

1. takes
2. is taking

The class .....
at nine every day.

1. begins
2. is beginning

We .......
to the cinema this weekend.

1. go
2. are going

She .....
at the moment

1. doesn't study
2. isn't studying

This is the end.