Ik ben ik

Ik ben ik
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ProjectMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Ik ben ik

Slide 1 - Slide

Ik ben ik
- 5 weken
- veel opdrachten alleen
- groepjes voor groepsopdrachten
- project over jou

Slide 2 - Slide

       Wanneer ben je klaar met dit project?


  • Als alle eigen en groepsopdrachten zijn gemaakt. (controlelijst bij docent)
  • Jouw PPT klaar is en opgeslagen (zodat de docent deze kan beoordelen)
  • De presentatie van je symbool is gehouden.

Slide 3 - Slide

Groepjes
1. Denon Carels, Sara Noteboom, Ize van Gestel, Suus van Zoeren
2. Matz van den Heuvel, Levi Rademakers, Teye Smets, Ries Vingerhoets
3. Lenn van Osch, Jason Ding, Dycke van der Heijden
4. Chris Fakkert, Bouke van der Heijden, Asal Sattar
5. Tygo Bergmans, Tyrisha Maria, Devin Rappa
6. Fabian Dziewa, Lotte Smetsers, Lucas van Gorp
7. Ise van der Aa, Pim Bullions, Teun Jansen
8. Rev Aarts, Valerie van den Broek, Rick Somers



 



Slide 4 - Slide

Groepjes
Eerstgenoemde (vetgedrukt) is het groepshoofd:
Pakt het mapje aan het begin van de les en zorgt dat het groepje rustig aan de tafel zit. Als er vragen zijn gaat het groepshoofd naar de docent toe.

Tweede is materiaalman / vrouw. Hij / zij zorgt voor de materialen, vraagt deze bij de docent en zorgt dat alles netjes terug op de plek ligt aan het einde van de les.

Derde (en vierde) is tijdbewaker. Deze houdt de tijd in de gaten. Hoe lang heb je nog voor deze opdracht?






Slide 5 - Slide

Opdracht 1: Jouw thuis
Hoe ziet je huis er uit?
o Is het een flat of een rijtjeshuis, een villa of een boerderij?
o Is het groot of klein? Is er veel ruimte?
o Staat jouw huis in een stad of dorp?
o In een drukke of rustige wijk? Hoe vind jij dat?
o Hebben jullie een tuin?
o Wat wil je er nog meer over vertellen?
o Welke pluspunten heeft jouw huis?
o Welke minpunten heeft jouw huis?


Maak een kort verhaaltje (ongeveer 200 woorden) over jouw huis. Ondersteun dit verhaaltje met afbeeldingen van jouw thuis. (maak dus foto’s of zoek afbeeldingen op internet van jouw wijk.)






Slide 6 - Slide

Opdracht 2: Thuis is....
Kruis aan op welke momenten jij je echt thuis voelt:
Ik voel me thuis als:


o ik mijn familie (gezin) om me heen heb
o Ik op mijn eigen kamer ben
o We samen met het gezin spelletjes doen
o Ik de omgeving ken
o Ik met vrienden of vriendinnen afspreek
o We met elkaar in de woonkamer zitten
o Ik helemaal mezelf kan zijn
o Ik mijn eigen spullen bij de hand heb
o Mijn huisdieren er zijn
o We samen eten
o Anders, namelijk ______________________________________________________






Slide 7 - Slide

       Opdracht 3: Thuis, je eigen plekje

Wat is jouw favoriete plek in jouw huis? Kun je ook omschrijven waarom dit zo voelt. Wat is er zo speciaal aan deze plek?


Maak een tekening van deze plek (met potlood). Hier maak je een foto van (kan met je laptop). Deze tekening zet je straks op je eerste dia van jouw PPT.






Slide 8 - Slide

       Opdracht 4: Stamboom
Maak een stamboom van jouw familie (dit doe je eerst op een klad papier en daarna op een A3 vel) 
Maak jouw stamboom zo compleet mogelijk (opa’s / oma’s , papa/ mama , evt. stiefvader / moeder, broertjes/ zusjes. Jij zelf komt altijd in het midden van de stam te staan. 
Je mag zelf weten op welke manier en met welk materiaal je deze stamboom maakt. De stamboom lever je in bij jouw docent.






Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

    PowerPoint Dia 1
  • Je maakt een PowerPoint presentatie over jouw thuis. Hier komen later in het project nog andere onderwerpen bij, waardoor je op het einde van het project een PowerPoint hebt die helemaal past bij jou.
  • Je maakt deze PowerPoint voor jezelf en je docent. Als je wilt kun je de PowerPoint ook aan de klas presenteren.


o Verwerk je antwoorden van de opdrachten tot nu toe  in je PowerPoint. Dit doe je op 1 dia. Verwerk dus alleen de belangrijkste informatie in steekwoorden.





Slide 11 - Slide

Powerpoint dia 2: jouw uiterlijk
In je PowerPoint presentatie heb je nu van alles laten zien over jouw thuis. Maak een 2e PPT dia. Hierin vertel jij iets over jouw uiterlijk.
  • De titel is: dit ben ik
  • Vertel iets over wat je leuk of minder leuk aan jezelf vindt.
  • Vind jij uiterlijk belangrijk? Vertel daar eens iets over.
  • Wat vind je mooi aan jezelf? En minder mooi?






Slide 12 - Slide

Jouw eigenschappen.
Als iemand vraagt wat jouw eigenschappen zijn, dan wil die persoon weten hoe jij er van binnen uitziet. Ze vragen niet naar je organen, maar willen weten of je lief, aardig, dominant (overheersend), avontuurlijk, vrolijk, optimistisch, pessimistisch (negatief), rustig of druk, verlegen, bescheiden of hebberig, gezellig, brutaal, zorgzaam, bang of stoer, nadenkend, zorgeloos, enz. enz. bent.


Vul de vragen in je boekje in.





Slide 13 - Slide

PowerPoint dia 3: eigenschappen.
Zet jouw eigenschappen in je PowerPoint op dia 3.





Slide 14 - Slide

Eigenschappenformulier
Vul voor een klasgenoot het eigenschappenformulier in.





Slide 15 - Slide

Opdracht 2: Analyse eigenschappenformulier

Je hebt een eigenschappenformulier door iemand laten invullen. Bekijk de antwoorden eens. Wat vind je van de antwoorden?
  • Vertel eens, had je deze antwoorden verwacht?
  • Ben je het met deze antwoorden eens? 
  • Leg eens uit waarom wel of niet.
 





Slide 16 - Slide

Dia 4: Analyse eigenschappenformulier
Zet de antwoorden, die uit het eigenschappenformulier komen, in je PowerPoint. Zet ze op dia nummer 4.
Als je het totaal niet eens bent met de antwoorden, hoef je ze er niet in te zetten.
Schrijf dan in de PowerPoint waarom je het er niet mee eens bent.





Slide 17 - Slide

Opdrachten maken
Maak in stilte opdracht 3, 4, 5 en 6 uit je boekje. 




Slide 18 - Slide

Opdracht 7: een symbool
Een symbool is een voorwerp dat voor jou heel belangrijk is. Iets waar je goed voor zorgt en waar niets mee mag gebeuren. Iets waar je altijd goede of juist slechte herinneringen aan zult hebben. Het zijn dingen die veel emoties bij je los maken.










Slide 19 - Slide

Opdracht 7: een symbool
Een aantal voorbeelden:
Rick: Toen ik 8 jaar was ben ik op vakantie geweest naar Turkije. Daar heb ik een beeldje gekocht. Dit staat thuis op mijn kamer. Als ik er naar kijk, dan denk ik terug aan de leuke vakantie die we hebben gehad.
Kim: Een jaar geleden is mijn oma overleden. Ze is gestorven aan kanker. Voordat ze dood ging heeft ze mij een ketting gegeven. Die heb ik nu nog steeds iedere dag om en dan denk ik aan mijn oma.
Bart: Ik ben helemaal fan van PSV. Ik ga ook altijd naar wedstrijden met mijn vader. Ik heb ook een T-shirt van PSV. Dat doe ik altijd aan naar de wedstrijden. Soms doe ik het ook gewoon aan op school, omdat ik heel erg trots ben op PSV en ik wil dat iedereen ziet dat ik er fan van ben.












Slide 20 - Slide

Wat is jouw symbool?
Probeer nu eens uit te leggen waarom dit symbool zo belangrijk is voor jou. Denk bijvoorbeeld aan:
o Van wie heb je het gekregen?
o Waar heb je het gekocht?
o Waar doet het je aan denken?
o Aan wie doet het je denken?
o Welk gevoel geeft het je?
o Enz.












Slide 21 - Slide

Powerpoint dia 5: jouw symbool
Noteer in jouw PowerPoint wat jouw symbool is (zoek een plaatje op internet / maak een foto of tekening). 
Zet de antwoorden van de vragen die je hiervoor gemaakt hebt in jouw PowerPoint. 

De volgende les ga je jouw symbool presenteren. 












Slide 22 - Slide

Ik ben ik
Huiswerk vandaag: t/m blz. 14 is alles af:
vragen / opmerkingen?

Slide 23 - Slide

Feesten?

Slide 24 - Mind map

Welk feest, wat jullie thuis vieren, vind jij het belangrijkste? Maak een top 3.

Slide 25 - Open question

Klassenopdracht 4
Welke gewoontes heb je bij welk feest?




Noteer dit ook in je boekje!

Slide 26 - Slide

Opdracht 3 & 4 (blz. 15)
In stilte, individueel (alleen) maken

timer
10:00

Slide 27 - Slide

Rest van de les
Boekje + wordbestand + powerpoint afmaken
Uiterlijk volgende week maandag is alles af
Vrijdag 24-11-2024 beginnen we aan het nieuwe projecct

Slide 28 - Slide