1. Beving in de oceaanbodem, deze beving start de vloedgolf als het ware op.
2. De golven gaan richting de ondiepe kustzone. Vanaf dit moment treed het 'grondeffect' op. De voorkant van de golf wordt door de weerstand die hij van de oplopende bodem ondervindt geremd, terwijl de achterkant van de golf nog de volledige snelheid heeft.
3. Het klimmen van de golf veroorzaakt zuiging aan de voorkant waardoor de kustlijn zich in korte tijd tientallen tot honderden meters terugtrekt.