deviant thema 3 natuur woordenschat oefenen

Fijn dat je er weer bent.
Goedemorgen allemaal,
het landschap
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Fijn dat je er weer bent.
Goedemorgen allemaal,
het landschap

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

We maken kennis met ons nieuwe thema
NATUUR......

de oceaan

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

We gaan oefenen met de woorden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Slide

wat hoort bij het weer

Slide 7 - Mind map

weersverwachting

Slide 8 - Slide

zich voortplanten is.............

Slide 9 - Open question

zich voortplanten

Slide 10 - Slide

welke dieren kunnen snel uitsterven

Slide 11 - Open question

vervuiling is?

Slide 12 - Mind map

de vervuiling
de luchtvervuiling

Slide 13 - Slide

vegetarisch
uitsterven

Slide 14 - Slide

welke 4 seizoenen ken jij?

Slide 15 - Open question

het seizoen
het regenwoud

Slide 16 - Slide

wat hoort bij de natuur?

Slide 17 - Mind map

de natuur
het milieu

Slide 18 - Slide

het landschap
het klimaat

Slide 19 - Slide

Wat zie je als je een landschap ziet?

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Video

recyclen
de oceaan

Slide 22 - Slide

welk afval gooien jullie apart weg?

Slide 23 - Mind map

biologisch
de afvalscheiding

Slide 24 - Slide

Wat betekent het volgende woord?
Het landschap
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 25 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het Klimaat
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 26 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het regenwoud
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 27 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Recyclen
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 28 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Afvalscheiding
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 29 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Vegatarisch
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 30 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
oceaan
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee werelddelen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 31 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het seizoen
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Eén van de vier delen van het jaar
C
Een plant of dier is aan het sterven
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 32 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Zich voortplanten
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 33 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het milieu
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 34 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Biologisch
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 35 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
De natuur
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 36 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Uitsterven
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het doodgaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 37 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
De vervuiling
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 38 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
De weersverwachting
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 39 - Quiz

Regenwoud
Vervuiling
Oceaan
Weersverwachting

Slide 40 - Drag question