B1-K1-W1- Lesweek 15 - 222B

Aan het einde van de les.......

  • Kun je uitleggen wat ontwikkelingsaspecten zijn
  • Kun je uitleggen welke factoren je ontwikkeling bepalen .
  • Kun je uitleggen wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen Kun je uitleggen wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn 
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: 222B
Docent: J. den Hoed
Lesweek 15                                                  
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aan het einde van de les.......

  • Kun je uitleggen wat ontwikkelingsaspecten zijn
  • Kun je uitleggen welke factoren je ontwikkeling bepalen .
  • Kun je uitleggen wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen Kun je uitleggen wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn 
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: 222B
Docent: J. den Hoed
Lesweek 15                                                  

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Favoriete liedje?
Bespreek met je buurvrouw of buurman:
  •  Wat jou favoriete liedje is?

  • Bespreek ook waarom?

  • Waarom kan muziek belangrijk zijn bij de begeleiding van een cliënten? 
  • Welke begeleidingsmethodiek past hierbij?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma

Welkom & AWR 
Deel 1:
  • Lesdoelen deel 1
  • Terugblik & Huiswerk
Opdracht Psychiatrie
  • Angststoornis
  • Dwangstoornis
  • Eetstoornis
  • Persoonlijkheidsstoornissen
  • Psychotische stoornissen/ Schizofrenie
  • Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen
 Pauze 12.30 - 13.00

Deel 2 
  • Nabespreken toets W1




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen: 
Aan het einde van de les kun je wat vertellen over...............

  • Angststoornis
  • Dwangstoornis
  • Eetstoornis
  • Persoonlijkheidsstoornissen
  • Psychotische stoornissen/ Schizofrenie
  • Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen

Waarom bespreken we dit?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik  - vorige week
Soorten dementie
en passende begeleidingsmethodieken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke 4 begeleidingsmethodieken heb je bij het begeleiden van dementie?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Vasculaire dementie ontstaat door
A
storing doorbloeding hersenen
B
eiwitophoping in de hersenen
C
vitamine tekort en overmatig alcoholgebruik
D
afsterven fronto-temporale hersenkwab

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij dementie kun je soms te maken krijgen met cliënten die niet meer weten hoe je je in bepaalde situatie moet gedragen. Dat noemen we....
A
Afasie
B
Agnosie
C
Apraxie
D
Decorumverlies

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
Ga op zoek naar een filmpje van maximaal 4 minuten over:
  • Angststoornis
  • Dwangstoornis
  • Eetstoornis
  • Persoonlijkheidsstoornissen
  • Psychotische stoornissen/ Schizofrenie
  • Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen
Zorg dat in het filmpje een omschrijving zit van wat het inhoudt, welke oorzaken, welke behandeling en begeleiding.
timer
15:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Angststoornis
Een angststoornis is een psychische aandoening waarbij de angst geen reële basis heeft en de cliënt sociale problemen door de angst ondervindt. De angst kan de vorm aannemen van paniek, walging, afschuw en/of sterk wantrouwen.

Het is moeilijk om een precieze grens te trekken tussen wat ‘normale’ angst is en wat ‘overmatige’ angst is. 

Angststoornissen komen zeer vaak voor. Uit onderzoek blijkt dat bijna 20% van de Nederlandse bevolking weleens last heeft gehad van een angststoornis. 

Slide 10 - Slide

Wijs de studenten op het hoofdstuk Methodiek 2.8- Mijn studenten hebben dit ook gemaakt qua opdrachten. Dus hebben de voorkennis al.
Angststoornis II
Een angststoornis komt vaak samen met andere psychiatrische aandoeningen voor, het meest met stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en middelenmisbruik of -afhankelijkheid. Soorten die het meest voorkomen:
- fobieën; Iemand heeft een fobie wanneer hij irreële angsten heeft voor bepaalde voorwerpen, situaties of dieren, en wanneer die angst zijn leven gaat beheersen.
- paniekstoornissen; Bij een paniekstoornis is sprake van plotselinge aanvallen van paniek, die samengaan met een gevoel van totaal controle verlies. De angst is niet gekoppeld aan een bepaalde situatie, zoals een fobie.
- gegeneraliseerde angststoornis; Bij een gegeneraliseerde angststoornis (GAS) is sprake van een vaak optredende heftige angst en bezorgdheid die niet in verhouding staat tot de gebeurtenis of omstandigheid.  (piekert vrijwel voortdurend /vaak zijn leven lang, alles goed is) 


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Angststoornis III
Behandeling:
Eventueel medicatie en
Cognitieve gedragstherapie


Oorzaken:
Biologische factoren
Psychisch factoren
Sociale factoren/ omgeving

Slide 12 - Slide

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

Dwangstoornis
De obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) is beter bekend onder de naam ‘dwangstoornis’. De naam is ontleend aan de twee belangrijkste kenmerken van de stoornis:

- dwanggedachten (obsessies);
- dwanghandelingen (compulsies).

1/2%  van de bevolking, meestal rond je 20 tot uiting.
Voorbeelden: Angst voor besmetting - Wassen en schoonmaken - Controleren - Herhaling 

Behandeling: zo snel mogelijk, vooral uit praten en oefenen, gehandicapten.
Begeleiding: is erg onzeker en heeft weinig zelfvertrouwen. Behoefte aan steun en positieve waardering. 



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eetstoornis
Een eetstoornis is een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door een verstoorde manier van omgaan met eten. Sommige mensen met een eetstoornis eten te weinig, anderen te veel en weer anderen wisselen perioden van (vr)eetbuien af met perioden van (streng) lijnen.
Vormen van eetstoornissen:
In de DSM-5 worden drie vormen van eetstoornissen onderscheiden. Het gaat om:
- anorexia nervosa; (niet of bijna niet eten)
- boulimia nervosa; (eetbuien met daarna braken/ laxeermiddel of overmatig sporten)
- eetbuistoornis (binge eating disorder).onbeheerste, herhaalde eetbuien.
Naast deze drie vormen is obesitas (zwaarlijvigheid) een probleem dat steeds vaker voorkomt. De oorzaak is langdurig te veel inname van calorieën. Obesitas is geen psychische stoornis in de DSM-5, maar je komt het wel relatief vaak tegen bij cliënten in de GGZ.





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Eetstoornis II
Bij cliënten met een eetstoornis zijn hulpverleners vanuit diverse disciplines betrokken bij de behandeling, zoals een psycholoog, psychiater, diëtist, maatschappelijk werker, verpleegkundige en agogisch medewerker GGZ. Specifieke kennis hebben van eetstoornissen.


De behandeling van eetstoornissen is moeilijk en specialistisch. Op dit moment geneest maar ongeveer 50% van de cliënten met een eetstoornis door behandeling en is de kans op een terugval groot. De oorzaak is dat de eetstoornis vaak al langere tijd aanwezig is, dus pas laat wordt ingezet. De behandeling kan ambulant, poliklinisch en behandelcentra.

Vaak is er een combinatie van factoren waardoor een eetstoornis ontstaan Biologisch, psychologische en sociale factoren/ ingrijpende gebeurtenissen. 











Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijkheidsstoornis
Een persoonlijkheidsstoornis is een psychische aandoening die gekenmerkt wordt door een star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen.

Volgens de richtlijnen van de DSM-5-classificatie heeft iemand een persoonlijkheidsstoornis op het moment dat er sprake is van een duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en impulsbeheersing dat duidelijk afwijkt van wat binnen de sociale omgeving verwacht wordt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis
  • Erfelijke factoren en individuele kwetsbaarheid
Sommige mensen hebben vanaf de geboorte aanleg voor bepaalde psychische aandoeningen, bijvoorbeeld depressie of verslaving.
  • Psychologische factoren
De psychologische kenmerken van iemand ontwikkelen zich doordat de persoon leert zich te handhaven/ aanpassen . Trauma of gezinsomstandigheden (geen veiligheid, niet voldoende aandacht, grenzen).
  • Omgevingsfactoren en sociale factoren
Sociaal-culturele omstandigheden die kunnen meespelen, zijn onder andere de positie van het gezin in de omgeving, de levensstandaard, gevolgen van emigratie of het leven in een oorlogssituatie.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Cliënten met een persoonlijkheidsstoornis lopen vaak persoonlijk of sociaal vast op het gebied van omgaan met zichzelf en anderen. Zij ondervinden hier veel hinder van en hebben vaak verschillende psychische problemen (bijv. depressiviteit, angststoornissen, emotionele impulsiviteit en instabiliteit.

De DSM-5 ordent 
persoonlijkheidsstoornissen in 
drie groepen, ook wel clusters genoemd.

  • cluster A: 
paranoïde persoonlijkheidsstoornis;
  • cluster B: 
borderline persoonlijkheidsstoornis;
  • cluster C: 
afhankelijke persoonlijkheidsstoornis.

Slide 18 - Slide

De symptomen van deze persoonlijkheidsstoornis kennen veel gelijkenissen met schizofrenie. Het verschil is dat mensen met schizofrenie in een psychose verkeren en mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis niet. Schizotypische personen hebben moeite met intieme relaties en om emoties te linken aan een situatie
Behandeling en Begeleiding Persoonlijkheidsstoornis
Behandeling door: medicatie en psychotherapie.

Begeleiding MZ'er: behandelproces zo veel mogelijk te ondersteunen.

Het ziektebeeld van de cliënt kennen en begrijpt waarom de cliënt op een bepaalde manier reageert op een situatie. 

Oprecht betrokkenen met bewaken eigen grenzen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Psychotische stoornis/ Schizofrenie
Het is lastig een goed beeld te krijgen van wat een psychotische stoornis precies is, en vooral: hoe de cliënt een psychose beleeft. Bij een psychose zijn het denken en waarnemen verstoord en is er geen realiteitsbesef. De bekendste psychotische stoornis is schizofrenie.

Bij een psychose is sprake van een verstoring van denken en waarnemen, waarbij er geen realiteitsbesef is. Tijdens een psychose hebben mensen last van hallucinaties en waanideeën, zoals het horen van stemmen of het geloven dat iemand achter hen aan zit. Ze praten onsamenhangend en/of voegen allerlei woorden samen tot nieuwe woorden. De betrokkene heeft geen idee dat hij zich bizar gedraagt.

 Dopamine: lijkt een belangrijke rol te spelen bij een psychose.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schizofrenie (psychotische stoornis)II
Een hallucinatie is een zintuiglijke beleving die niet overeenkomt met wat er in werkelijkheid gebeurt. De betrokkene neemt mensen, dieren, zaken of voorwerpen waar die er niet zijn. (visueel/ auditief)

Een waan is een niet-corrigeerbare, onjuiste opvatting die duidelijk in strijd is met de werkelijkheid. Iemand met een waan is niet van deze opvatting af te brengen, ook niet via logisch redeneren. Achtervolgingswaan, grootheidswaan.

De samenhang van gedachten, gevoelens en verlangens is verloren gegaan, met als gevolg gedesorganiseerd gedrag oftewel chaotisch gedrag.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Schizofrenie (psychotische stoornis)III
Factoren oorzaak; combi biologisch/ sociaal/ psychisch
 
Behandeling; medicatie; zogeheten antipsychotica en therapie 

Begeleiding; niet eenvoudig, wees open en eerlijk, zorg voor een contactpersoon, een crisisplan, motiveer hulp, wees duidelijk, geef rust, creëer ruimte om te praten/ ventileren/ bewegen, informeer netwerk, zorg goed voor jezelf, leer signalen herkennen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen
Een cliënt met een stemmingsstoornis lukt het niet meer om gevoelens ‘normaal’ te beleven en is vaak niet meer in staat ‘normaal’ te functioneren. De stemming past niet bij de situatie waarin iemand zich bevindt. 

Depressieve stoornissen
Het belangrijkste kenmerk van een depressie is de sombere en neerslachtige stemming. Een cliënt met een depressie kan voor niets meer belangstelling opbrengen. 
Depressies worden vaak behandeld met medicijnen in combinatie met psychotherapie en eventueel psycho-educatie.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen
Kenmerkend voor een bipolaire stoornis is het afwisselend optreden van manische en depressieve perioden. Niet alleen de stemming, maar ook het energieniveau schommelt tussen twee uitersten

Behandeling en begeleiding: Medicijnen, psycho-educatie en bevordering van zelfmanagement vormen de pijlers van de behandeling in elke fase van de bipolaire stemmingsstoornis. Dit gaat samen met ondersteunende begeleiding en coaching.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check!
Noem 1 ding over...................................

  • Angststoornis
  • Dwangstoornis
  • Eetstoornis
  • Persoonlijkheidsstoornissen
  • Psychotische stoornissen/ Schizofrenie
  • Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie van de les
Memo 1:
Wat vond je van de les vandaag (inhoud en vorm)

Memo 2:
Welke tips en tops heb je voor Jantien

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
                          Bestudeer de lesson-up lessen!
                           Lees ThiemeMeulenhoff door. 
                           Vandaag komen de thema's van Agogisch Medewerker GGZ MZ                               -  thema 3.6 - 5.10 - 6.13 - 7.15
    
Ga aan de slag met de oefentoetsen!!

Goed gewerkt, dames en heren! Tot volgende week!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions