Hormonen, hypofyse, schildklier

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel



1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel



Slide 1 - Slide

hypothalumus
hypofyse
schildklier
bijnieren
eilandjes van langerhans
Hormoonstelsel
 = Alle hormoonklieren samen
Functie: het regelen van langzame processen zoals groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hormoon
Chemische stof
Heeft regulerend effect op specifieke organen
Afgegeven door hormoonklieren
Reist door het bloed

Wie weet er een voorbeeld?

Slide 3 - Slide

voorbeeld van hormonen

oestrogeen
testosteron

Hormonen regelen langzame processen:
  • groei
  • ontwikkeling
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verschil gewone klier/ hormoonklier
Gewone klier: 
-zweetklier, speekselklier, etc.
- heeft een afvoerbuis om het product af te voeren

Hormoonklier:
- maakt hormonen
- Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Langzame 
Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Signalen:
Impulsen
Hormonen
Doorgegeven via:
Zenuwcellen
Bloed
Snelheid
Snel
Langzaam
Duur
Kort
Lang

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hormonenklieren:
  1. Hypofyse 
  2. Schildklier 
  3. Bijnieren
  4. Eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier) 
  5. Teelballen 
  6. Eierstokken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

7 Hormonen:
  1. Groeihormoon 
  2. Schildklierhormoon 
  3. Adrenaline 
  4. Insuline 
  5. Glucagon 
  6. Mannelijke geslachtshormonen: testosteron 
  7. Vrouwelijke geslachtshormonen: oestrogeen en progesteron 

Slide 8 - Slide

In feite regelen de schildklierhormonen de snelheid van de stofwisseling. Hoe meer schildklierhormoon, hoe sneller de stofwisseling.” De schildklier zelf kan te snel of te traag werken, met te veel of te weinig schildklierhormoon als gevolg.

Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat uw lichaam glucose kan opnemen in de cellen.

Insuline zorgt ervoor dat je lichaam glucose uit het bloed kan halen. Glucagon doet het tegenovergestelde: het zorgt ervoor dat opgeslagen suiker in de lever vrijkomt als de bloedsuikerspiegel te laag is. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer.
Het hormoonstelsel regelt vooral snelle, kortdurende processen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen te geven
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke klier kan een hormoonklier zijn?
A
klier 1
B
klier 2
C
geen van beiden
D
allebei

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de juiste namen achter de nummers 
1 =
2 =
3 =
4 =
5 =
Schildkier
Hypofyse
Teelbal(len)
Eilandjes van Langerhans
Bijnieren

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Basisstof 7. 
De hypofyse en de schildklier
 De hypofyse en de schildklier

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
Je leert wat de de hypofyse doet.

Je leert wat de schildklier doet.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hypofyse
  • Hormoonklier die o.a. groeihormoon maakt
         -Groeihormoon regelt de groei van botten

  • Beïnvloed ook andere hormoonklieren:
            -Schildklier, teelballen, eierstokken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


De hypofyse maakt een hormoon die de groei van de beenderen regelt

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Altijd al eens afgevraagd waarom sommige mensen alles kunnen eten en toch niet aankomen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

schildklier
is een hormoonklier in je hals, tegen het strottenhoofd
Stofwisseling
groei en 
ontwikkeling

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Schildklier
  • Hormoonklier die o.a. schildklierhormoon maakt
  • Schildklierhormoon beïnvloedt: 
           -Stofwisseling, groei en ontwikkeling
Teveel/te weinig

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

struma; hormoonhuishouding op hol kan vertraagd of versneld

laag koud dik
snel uitpuilende ogen
Wat is geen hormoonklier?
A
Baarmoeder
B
Eilandjes van Langerhans
C
Bijnieren
D
Hypofyse

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet het schildklierhormoon?
A
Stimuleert de verbranding in de cellen
B
Remt de verbranding in cellen
C
Regelt de werking van de hypofyse
D
Stimuleert de eilandjes van Langerhans tot aanmaak insuline

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er als iemand te veel schildklierhormoon produceert?
A
Iemand krijgt het snel koud.
B
Hij komt aan.
C
Hij valt erg af en wordt rusteloos
D
Iemand wordt snel moe en heeft het snelt te warm.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Door welke klier wordt het groeihormoon geproduceerd?
A
Schildklier
B
Bijnieren
C
Alvleesklier
D
Hypofyse

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions