Unit 4, Lesson 4.3 Writing

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 1-3

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

26 January 2024
Friday

Slide 2 - Slide

Afspraken in 2024
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert/ bent dus stil en werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  • Je gebruikt je Chromeboek alleen als het nodig is
  • Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd
  • Als je geen pen of boek niet hebt, dan blijf je voor een extra les

Slide 3 - Slide

Groetjes uit Dublin! 
Van mij, naar jou en de leerlingen! Ik mis de kids heel erg ☘

Slide 4 - Slide

StudyGO - Unit 4
Lesson 4.1 + 4.2

or 

Unit 3
Lesson 1/2/4






timer
7:00

Slide 5 - Slide

Lesson plan
Unit 4, Lesson 4.2
  • StudyGo
  • Homework check
  • About writing
  • Work!
  • Looking back
  • Homework

Slide 6 - Slide

Today's goals
  • .. kun je uitleggen wat conventies zijn
  • .. weet je welke aanhef & afsluiting je moet gebruiken in formele en informele schrijfopdrachten


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Zinsvolgorde:
Wat is de belangrijkste regel bij het schrijven van een Engelse zin?

Slide 10 - Open question

Word order = woordvolgorde
Wie doet wat /wie waar wanneer
                  (PIET - plaats/tijd)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Beoordeling bij schrijfvaardigheid
  • Conventies
  • Volledigheid opdracht
  • Grammatica
  • Spelling
  • Zinsbouw
  • Communicatieve effectiviteit
  • Leestekens (!)

Slide 13 - Slide

Mind your punctuation!

Slide 14 - Slide

Mind your grammar!

Slide 15 - Slide

Mind your spelling!

Slide 16 - Slide

Conventies

  • Vaste onderdelen in een schrijfopdracht.
  • Aanhef, onderwerp, adressering, datum, afsluiting
  • Verschil informeel & formele schrijfopdrachten. 

Slide 17 - Slide

Informal letter
Eigen adres op de Nederlandse manier
-wit regel
  • Datum
-wit regel
  • Aanhef  
-wit regel
  • brief in alinea’s (witregel tussen alinea’s)
  • 1. Opening (waarom schrijf je)
  • 2. Alinea's met daarin de punten vd opdracht!
-wit regel
  • Conclusie en afronding.I hope to hear from you soon. (= slotzin)
-wit regel
  • Afsluitende zin
-wit regel
  • (Voornaam)


Slide 18 - Slide

Informal email / writing tips
Aanhef
Hi or Hello / Dear  [name], 
Beantwoord vragen
Bijv: I am good/bad/okay. How are you?
Vertel meer over het onderwerp
Bijv: Something bad happened! I have broken my leg and cannot walk. It doesn't hurt as much as before. They put a cast on my leg, so I cannot move a lot. etc....
Afsluiting
I hope to hear from you soon. etc. 

Best regards, 
[name]

Slide 19 - Slide

Conventies in een formele schrijfopdracht

Aanhef:
  • Je weet niet aan wie je schrijft:  Dear Sir / Madam,  
  • Wanneer je de achternaam weet (m): Dear Mr. Bott, 
  • Wanneer je de achternaam weet (v + getrouwd): Dear Mrs. Thine,
  • Wanneer je de achternaam weet (v + getrouwd??): Dear Ms. Welsh, 

Afsluiting:
  • Afhankelijk van je aanhef.
  • Dear Sir / madam, = Yours faithfully,
  • Dear Mr. / Mrs. / Ms. + achternaam = Yours sincerely,
  • Onder de afsluiting zet je je voor- en achternaam

Slide 20 - Slide

Formal (aanhef)

Dear Sir/Madam, 
Dear Ms. Cooper,
Dear Mr. Smith,



Informal (aanhef)

Hi Josie,
Hello Adele,
Hi there Delilah,
Dear John,

Slide 21 - Slide

Formal (afsluiting)

Yours faithfully,
Yours sincerely,
Faithfully yours,
Sincerely,
Kind regards,



Informal (afsluiting)

Love,
Bye,
See you soon,
Kind regards,

Slide 22 - Slide

Wat is er belangrijk bij het kiezen van de juiste aanhef / afsluiting in een informele brief?

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 30 seconden. Ga staan en bepaal samen wat het juiste antwoord is. Zijn jullie eruit? Dan gaan jullie zitten. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
1:00

Slide 23 - Slide

Wat is er belangrijk bij het kiezen van de juiste aanhef / afsluiting in een formele brief?

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 30 seconden. Ga staan en bepaal samen wat het juiste antwoord is. Zijn jullie eruit? Dan gaan jullie zitten. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Unit 4 Lesson 2
Do:
Unit 4 - Lesson 2 

Maken: exc. 24, page 28
exc. 23, page 26: inleveren op een apart blaadje. 
Tip: gebruik exc. 24 als context

Slide 25 - Slide



Thursday 25/Friday 26,  January
Leren: Unit 4, Lesson 1 - Words 4.1 +4.2, Phrases 4.2 page 170-172


Maken:
exc. 24, page 28
exc. 23, page 26: inleveren op een apart blaadje.
Tip: gebruik exc. 24 als context

Slide 26 - Slide